Elektrische installatie
Let op dat bij het aansluiten van elektrische kabels
geen andere elektrische delen los komen.
Controleer na 14 dagen alle elektrische verbindingen.
Ten gevolge van temperatuurschommelingen kunnen
elektrische delen (bijvoorbeeld bouten en moeren) los
komen.
Controleer of de spanning, vermeld op het typeplaatje van de
motor, overeenkomt met de boordspanning.
Plaats de accu of accu's zo dicht mogelijk bij de boegschroef;
de hoofdstroomkabels kunnen dan kort zijn, waardoor het
spanningsverlies laag blijft.
Sluit de hoofdstroomkabels aan.
Let op!
Voorkom verdraaien van
de bout en moer 1 tij-
dens het aansluiten van
de kabels.
Houd daarom tijdens
het
aandraaien
van
moer 2 een steeksleu-
tel op moer 1 zonder
deze steeksleutel te ver-
draaien.
Het
aandraaimoment
van moer 2 is maximaal
11 Nm.
Monteer het bedieningspaneel bij de stuurstand. De vrije ruimte
achter het paneel moet minimaal 50 mm bedragen.
Bedieningshandleiding en installatieinstructies Boegschroef 60 kgf, ø 185 mm
Breng de tussen-
kabel tussen boeg-
schroef en bedie-
ningspaneel aan in
het schip en steek
de stekerverbindin-
gen in elkaar.
Indien het nood-
zakelijk is de tus-
senkabel door te
snijden en weer te
verbinden zorg er
dan voor dat de
aders weer kleur op kleur aangesloten worden.
N.B. De kleuren van de aders in de tussenkabel kunnen afwij-
ken van de draadkleuren zoals toegepast op de boegschroef-
motor en op het bedieningspaneel!
Eventueel kan tussen de
boegschroef en het bedie-
ningspaneel een tijdvertra-
ging (BPTD) worden opgeno-
men. Hiermee wordt de elek-
tromotor de tijd gegeven om
tot stilstand te komen indien
in één beweging van bakboord naar stuurboord, of andersom,
wordt geschakeld.
Indien twee stuurstanden aanwezig zijn kan het tweede paneel
op het eerste paneel worden aangesloten.
17
Indien bij het proefdraaien
blijkt dat de stuwrichting van
de boegschroef niet overeen
komt met de richtingschake-
laar op het bedieningspaneel
moeten de blauwe (no.1) en
de witte (no.4) draad op het
relais worden omgewisseld.
17
Test de boegschroef niet terwijl het schip uit het water
is, tenzij u er zich van overtuigd heeft dat iedereen zich
op veilige afstand van de schroeftunnel bevindt.
Laat de boegschroef, terwijl het schip uit het water is,
nooit langer draaien dan 5 seconden.
NEDERLANDS
Waarschuwing
020547.02
7