Herhaald afspelen van de disc
Kies met de herhaaltoets (REPEAT)
@§) de gewenste herhaalfunktie.
Met
iedere
druk
op
de toets
wordt
een
voigende
afspeelfunktie
gekozen in deze volgorde: REPEAT
—> REPEAT
= niet
herhaaldelijk weergeven.
Ti,
REPEAT [1 | funktie:
Het in het uitleesvenster aangeduide muziekstuk wordt herhaal-
delijk weergegeven.
De REPEAT [1] indikator brandt.
REPEAT
funktie:
Alle
muziekstukken
worden
herhaaldelijk
weergegeven.
Bij
geprogrammeerd
afspelen
worden
alle
muziekstukken
in de
geprogrammeerde voigorde herhaaldelijk weergegeven.
De REPEAT
|ALL]
indikator brandt.
Verspringen
naar
een
gewenst
muziekstuk
(Normaal
afspelen)
Het begin van een muziekstuk opzoeken
Vooruitspringen naar het begin van het volgende muziekstuk:
Druk
op
de
vooruitspringtoets
(UP)
@ . Weergave
wordt
onderbroken
en
de speler
springt
vooruit
naar
het
begin van
het votgende muziekstuk en begint daar met afspelen.
Met
iedere druk
op de vooruitspringtoets
(UP) @
springt de
speler eén
muziekstuk
vooruit.
Is echter
het einde van de disc
bereikt, dan werkt de toets niet.
Terugspringen naar het weergegeven
of vorige muziekstuk :
Druk
op
de
terugspringtoets
(DOWN)
@
. Weergave
wordt
onderbroken
en
de speler
begint
met
afspelen
vanaf
het begin
van
het weergegeven
muziekstuk.
Met
iedere druk op de terug-
springtoets
(DOWN)
daarna,
springt de speler één muziekstuk
terug.
Snel vooruit- en teruggaan
1. Druk
de vooruitzoektoets
(FF)
€® in, om
naar het einde van
de disc te gaan. Aan het einde van de disc, komt de speler in
de stopstand te staan.
Druk de terugzoektoets
(FR)
®
in, om naar het begin van de
disc te gaan. Aan het begin van de disc, komt de speler in de
stopstand te staan.
Tijdens vooruit- en terugzoeken wordt het geluidsnivo verlaagd.
In de pauzestand gaat het vooruit- en terugzoeken viermaal zo
snel als wanneer
u dit rechtstreeks vanuit het afspelen start.
Tijdens
de
REPEAT
1] afspeelfunktie,
kunt
u alleen
binnen
het weergegeven
muziekstuk vooruit- of terug zoeken.
Programmeren van muziekstukken in het geheugen
Door
het geheugen
te programmeren,
kunt
u muziekstukken
met
behulp
van
de
geheugen-afspeelfunktie
in de door
u gewenste
volgorde
afspelen.
Er
kunnen
grammeerd worden.
*
in totaal
16 muziekstukken
gepro-
Muziekstukken programmeren
Zet
de speler in de
stopstand,
voordat
u muziekstukken
in het
geheugen vastlegt.
1. Druk
de programmeertoets
(PROGRAM)
@ in om
program-
meerfunktie
in werking
te stellen. (De aanduiding "PROGRAM"
knippert.)
:
Druk
op
de
vooruitspringtoets
(UP) @
of
terugspringtoets
(DOWN)
@
om
het
gewenste
muziekstuknummer
in
het
uitleesvenster te laten verschijnen.
Druk
nogmaals
op
de
programmeertoets
(PROGRAM)
Q.
Het
gewenste
muziekstuk
is onder
programma-volgnummer
1
(P-1) in het geheugen vastgelegd.
Druk
nogmaals
op
de
vooruitspringtoets
(UP)
@ of terug-
springtoets
(DOWN)
@ om
het volgende
muziekstuk
te pro-
grammeren.
Druk
nogmaals
op de programmeertoets
(PROGRAM)
@
om
het
volgende
muziekstuk
onder
programma-volgnummer
2
(P-2) in het geheugen vast te leggen.
Volgens
bovenstaande
procedure,
kunt
u in totaal
16 muziek-
stukken in het geheugen vastleggen.
Vervolg met deze werkwijze totdat u 16 muziekstukken in het
geheugen
heeft vastgelegd.
Programmeert
u, nadat al 16 muziek-
stukken
(tot
en
met
programma-voignummer
16)
in
het
geheugen
zijn
vastgelegd,
nog
een
muziekstuk,
dan wordt
het
laatst
gekozen
muziekstuk
onder
programma-volgnummer
1
Opgeslagen.
Druk
op de weergave/pauzetoets
(PLAY/PAUSE)
@) , nadat
u
alle
muziekstukken
in
het
geheugen
heeft
vastgelegd.
De
speler
begint
dan
met
afspelen
van
de
muziekstukken
in de
door u geprogrammeerde volgorde.
—~27-
*
Kontroleren van de geheugeninhoud
Druk
op
de
programmeertoets
(PROGRAM)
®
In
het
uitleesvenster
verschijnt
eerst
het
muziekstuknummer
van
het
onder programma
volgnummer
1 opgeslagen
muziekstuk.
Druk
nogmaals
op
de
programmeertoets
(PROGRAM)
@
.
Vervolgens
verschijnt
in
het
uitleesvenster
het
muziekstuk-
nummer
van
het
onder
het
volgende
programmanummer
opgeslagen
muziekstuk.
Toevoegen van muziekstukken
Zoiang
er
minder
dan
16 muziekstukken
in het geheugen
zijn
vastgelegd, kunt u nog muziekstukken
programmeren.
*
1
Wijzigen van een programma-volgnummer
Druk
op
de
programmeertoets
(PROGRAM)
@
om
het
gewenste programma volgnummer
te kiezen.
Druk
op
de
vooruitspringtoets
(UP)
@§ of
terugspringtoets
(DOWN)
@ om het gewenste muziekstuk op te zoeken.
Druk
op de programmeertoets
(PROGRAM)
®
. Het gewenste .
muziekstuknummer
wordt
onder
het
gekozen
programma-
volgnummer vastgelegd.
Wissen van een programma volgnummer
Druk
op
de
programmeertoets
(PROGRAM)
34) om
het
te
wissen programma volgnummer op te zoeken.
Druk vervolgens op de stoptoets (STOP)
@® om het programma-
volgnummer
te wissen.
.
Om
alle programma-volanummers
uit
het
geheugen
te wissen,
drukt u de stoptoets (STOP)
@ net zo vaak in als het totaal
aantal
in
het
geheugen
opgeslagen
programma-nummers.
De
geheugeninhoud
wordt
gewist
en
de
programmeer-funktie
wordt uitgeschakeld.
Wissen van de gehele geheugeninhoud
in één keer
De gehele geheugeninhoud
wordt
in één keer gewist, wanneer
u in de stopstand op de open/sluittoets (OPEN/CLOSE)
@
drukt
om
de disc-houder
te openen;
wanneer
de
bronkeuze-
schakelaar (FUNCTION) @) in een andere dan de "CD''-stand
staat
of wanneer u de stroom uitschakelt.
Schakelt
u de programmeer-funktie
uit, dan
komt
de speler in
de stopstand te staan en is ''0"' in het uitieesvenster zichtbaar.
Starten van afspelen in de geprogrammeerde volgorde
Leg muziekstukken
in het geheugen
vast
volgens
de
hierboven
beschreven procedure.
*
1.
Starten van afspelen in de geprogrammeerde volgorde
Druk
op de weergave/pauzetoets
(PLAY/PAUZE)
@) . terwijl
de programmeer indikator
@ knippert.
De speler begint auto-
matisch met afspeien vanaf programma-volgnummer
1,
Wanneer
de speler alle programma-volgnummers heeft afgespeeld,
stopt de weergave
en
komt
de speler weer
klaar te staan voor
verdere bediening.
Verspringen
naar
een
gewenst
muziekstuk
(Gepro-
grammeerd afspelen)
Het begin van een muziekstuk opzoeken
Vooruitspringen naar het begin van het volgend muziekstuk:
Druk
op
de
vooruitspringtoets
(UP)
®
.
Weergave
wordt
onderbroken
en de speler springt vooruit naar het begin van het
volgende
muziekstuk
en
begint
daar
met
afspelen.
Met
iedere
druk
op
de vooruitspringtoets
(UP)
@
springt
de
speler
één
muziekstuk vooruit.
Tijdens
normaal
afspelen
of herhaaldelijk
afspelen
van
één
muziekstuk
(REPEAT
[7] ), werkt
deze
toets
echter
niet
wanneer het laatste muziekstuk wordt afgespeeld.
Drukt
u de vooruitspringtoets
(UP)
@
in, terwijl
het laatste
muziekstuk
wordt afgespeeld tijdens herhaaldelijk
afspelen van
alle muziekstukken
(REPEAT
), dan wordt
daarna
programma-volgnummer 1 (P-1) afgespeeld.
. Terugspringen
naar het weergegeven of vorige muziekstuk:
Druk
op
de terugspringtoets
(DOWN)
@) . Weergave
wordt
onderbroken
en de speler begint met afspelen vanaf
het begin
van het weergegeven
muziekstuk.
Met iedere druk op de terug-
springtoets
(DOWN)
daarna,
springt de speler é6n muziekstuk
terug.