De functie heeft geen invloed op
de werking van de kookzones.
5.7 Vergrendeling
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
De functie inschakelen: raak
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
De functie uitschakelen: Raak
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u
deze functie ook.
5.8 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Pannen
• De bodem van de pannen moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
• Schuif of wrijf de pan niet over het
keramische glas, om krassen te
voorkomen.
Warmte-instel‐
Gebruik om:
ling
Bereide gerechten warmhouden.
- 1
1 - 2
Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
colade, gelatine.
12
NEDERLANDS
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met
in. Raak
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met
in. Raak
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie voor slechts één
aan.
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
aan. De
10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met
de functie weer in werking.
6.2 Voorbeelden van
kooktoepassingen
Tijd
(min)
zoals no‐
dig
5 - 25
. Stel geen warmteinstelling
4 seconden aan.
. Stel geen warmteinstelling
4 seconden aan.
.
gaat aan. Raak
Pannen gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of koperen bodems
kunnen tot verkleuringen van de
glazen keramische kookplaat
leiden.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als richtlijn.
Tips
Een deksel op het kookgerei doen.
Van tijd tot tijd mengen.
gaat aan.
.
gaat aan.
.
4
, treedt