Montage en instelling van de vloerveger
Voor transportredenen is het mogelijk dat de vloerveger bij levering gedemonteerd is van de machine. Hij zal dan op de aan-
drijfplaat van de machine moeten aangebracht worden.
Ga als volgt te werk voor de montage van de vloerveger:
•
De houderplaat van de zuigmond optillen.
•
Breng de schroef 1 in de opening 2 van de slede door de vloerveger lichtjes schuin te houden.
•
Hef de linkerkant van de vloerveger op zodat de bout 3 in de opening 4 van de slede kan ingevoegd worden.
•
Plaats de R-vormige splitpen 5 in het gat van de bout 3.
•
Plaats de aanzuigslang in het verbindingsstuk van de vloerveger.
Voor het goed drogen van de vloer moet de zuigmond nauwkeurig afgesteld worden. De schrobzuigmachine is voorzien van een
zuigmond met "V" vorm, zoals te zien is in fi gure. Dit type zuigmond zorgt ervoor dat het water goed naar de aanzuigslang geleid
wordt, maar hij is gevoelig voor de oneff enheden in de vloer.
Voor een goede werking van de vloerveger moet u de optimale hellingshoek t.o.v. de vloer instellen.
Het achterste rubbertje A van de vloerveger moet tijdens de werking lichtjes naar achter geplooid zijn (zie fi guur), zodat de vloei-
stof wordt opgenomen door de voorzijde van het rubbertje.
Ga hiervoor als volgt te werk:
•
Schroef de tegenmoer 6 los en draai de draaiknop 7 naar rechts toe (vaster) om de hellingshoek van de vloerveger te ver-
groten of naar links toe (losser) om deze te verkleinen.
•
Nadat de correcte hellingshoek werd ingesteld moet u de contramoer 6 terug vastdraaien.
Afhankelijk van de verschillende soorten te drogen vloeren en de slijtage van de rubbertjes, moet de hoogte van de vloerveger
boven de grond worden bijgeregeld. Dit gebeurt op de volgende wijze met behulp van de moeren 8:
•
Los de moeren 8 en stel de gewenste hoogte in.
•
Als de hoogte correct is, draai de moeren vast.
Dezelfde moeren dienen ook voor de perfect parallelle instelling van de vloerveger t.o.v. de vloer.
Voor een lange levensduur van de rubbertjes moet de druk best zijn ingesteld op de waarde die minimaal noodzakelijk is voor een
goede droging.
Denk erom dat het drogen vaak negatief wordt beïnvloed door het slecht functioneren van de aanzuiging. In dit geval:
•
Se aanzuigslangen, de openingen, de fi lters en de zuigmond zelf zorgvuldig schoonmaken.
•
Het functioneren van de aanzuigmotoren controleren.
•
Controleren of alle inspectie-openingen van de tank goed dicht zijn.
5
3
4
VOORBEREIDING VAN DE MACHINE (FIG.7)
8
6
81
7
2
1
8