8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de
glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten
niet in de vaatwasser.
Als de reiniging is voltooid, plaatst u de glasplaat
en de ovendeur terug.
De bedrukte zone moet naar de binnenkant van de
deur gericht zijn. Zorg ervoor dat het oppervlak van
de glasplaat op de bedrukte zijde na de installatie
niet ruw aanvoelt.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd, klikt de
rand van de deur.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat correct in de
uitsparingen plaatst.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
Het lampje brandt niet.
HET LAMPJE VERVANGEN
1. Oven uitschakelen.
Wacht totdat de oven afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Leg een doek op de bodem van de ovenruimte.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
A
Mogelijke oorzaak
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
De zekering is doorgeslagen.
Het lampje is stuk.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
oplossing
Schakel de oven in.
Stel de klok in.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Vervang het lampje.
25