REINIGING EN ONDERHOUD
Gebruik geen agressieve schoonmaa-
kmiddelen of oplosmiddelen.
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Haal de levensmiddelen eruit en berg ze op in
een koele ruimte.
3. Maak het apparaat schoon met een zachte doek,
warm water en een mild schoonmaakmiddel.
4. Veeg de deurdichting alleen schoon met schoon
water en droog vervolgens grondig af.
5. Na het reinigen steekt u de stekker in het
stopcontact en stelt u het apparaat op de
gewenste instelling in.
6. Plaats de levensmiddelen opnieuw in het
apparaat.
NL-21