NL
Let op !
Werken zonder zaagselafzuigsysteem mag alleen :
•
bij werk in de vrije buitenlucht.
•
bij kortstondig bedrijf (tot maximaal 30 minuten bedrijf) met een stofmasker.
•
Wanneer u geen afzuigsysteem gebruikt hoopt het zaagsel zich op en dient u het regelmatig te verwijderen.
Sluit het afzuigsysteem of de industriestofzuiger op de zaagselafzuigbuis aan. Gebruik hiertoe een gepast verloopstuk.
7.2
SPANNING VAN HET ZAAGLINT (Afb 16)
Gevaar !
Een te hoge spanning kan breuk van het zaaglint veroorzaken. Een te zwakke spanning kan het zaaglint doen slippen.
1. Richt de bovenste zaaglintgeleider naar boven.
2. Controleer de spanning door halverwege tussen de zaagtafel en de bovenste zaaglintgeleider met uw vinger tegen de
zijkant van het zaaglint te drukken (het lint mag hierdoor hoogstens 1 à 2 mm bezwijken).
3. Zo nodig de spanning van het zaaglint bijstellen :
Draai de regelknop (36) met de klok mee om de spanning te verhogen.
Draai de regelknop (36) tegen de klok in om de spanning te verlagen.
7.3
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Gevaar ! Elektrische spanning !
Stel de zaag op een droge plaats op. Steek de stekker van het toestel pas in het stopcontact als aan de volgende eisen
voldaan is :
•
Bescherming door zekering met FI schakelaar en 30 mA lekstroom ;
•
Stopcontacten volgens de beginselen van goed vakmanschap aangebracht, geaard en gecontroleerd.
Plaats het netsnoer zó dat het u bij uw werk niet kan hinderen of beschadigd kan worden.
Bescherm het netsnoer tegen hitte, bijtende vloeistoffen en scherpe kanten.
Gebruik uitsluitend voldoende dikke rubbersnoeren.
Trek de stekker niet bij het snoer uit het stopcontact.
8.
BEDIENING
Gevaar !
Houd u bij uw werk aan de volgende veiligheidsvoorschriften om gevaar voor verwonding te beperken :
•
Gebruik een persoonlijke veiligheidsuitrusting :
- Stofmasker
- Gehoorbescherming
- Schutbril
•
Zaag nooit meer dan één werkstuk tegelijk.
•
Houd het werkstuk bij het zagen steeds stevig op de zaagtafel.
•
Houd het werkstuk niet schuin tegen het zaaglint. Rem het zaaglint niet door zijdelingse druk af.
•
Gebruik bij uw werk, indien nodig :
- een werkstuksteun – voor werkstukken van grote afmetingen die na het doorzagen op de grond dreigen te vallen
- een zaagselafzuigsysteem
•
Gebruik bij het zagen van ronde werkstuken een gepaste kleminrichting, zodat het werkstuk niet verwrongen kan
worden. (Afb 17)
•
Gebruik bij het zagen van planken op de smalle zijde een gepaste winkelhaak om te voorkomen dat het werkstuk
omkantelt. (Afb 18)
Controleer voordat u begint te werken of de volgende onderdelen in orde zijn :
- zaaglint
- bovenste en onderste glijschuif
•
Vervang onmiddellijk beschadigde onderdelen.
•
Neem bij het zagen van een werkstuk de juiste houding aan (met de tanden van de zaag naar u toegekeerd).
•
Zaag nooit meer dan één werkstuk tegelijk. Zaag ook geen werkstukken die uit verschillende delen bestaan.
Er bestaat gevaar voor ongevallen als aparte delen zonder toezicht door het zaaglint meegenomen worden.
70