Om de functie te deactiveren: tik op
tik vervolgens op
terug tot 00.
De functie heeft geen invloed op de
werking van de kookzones.
5.7 Pauze
Deze functie stelt alle kookzones in die op de
laagste warmte-instelling werken.
Als de functie in werking is, zijn alle andere
symbolen op de bedieningspanelen
vergrendeld.
De functie stopt de timerfuncties niet.
1. Om de functie in te schakelen: druk op
.
gaat aan. De warmte-instelling wordt
verlaagd naar 1.
2. Om de functie uit te schakelen, druk op
.
De vorige kookstand gaat aan.
5.8 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de kookstand per
ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
De functie inschakelen: raak
gaat gedurende 4 seconden aan. De timer
blijft aan.
De functie uitschakelen: Raak
vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze
functie ook.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
12
NEDERLANDS
. De resterende tijd telt
aan.
aan. De
5.9 Kinderbeveiligingsinrichting
en
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie te activeren: activeer de
kookplaat met
in. Raak
4 seconden aan.
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie te deactiveren: activeer de
kookplaat met
in. Raak
4 seconden aan.
Schakel de kookplaat uit met
Om de functie voor slechts één
kooksessie te onderdrukken: activeer de
kookplaat met
seconden aan. Stel de kookstand in binnen
10 seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met
de functie weer in werking.
5.10 OffSound Control (In- en
uitschakelen van de geluiden)
Schakel de kookplaat uit. Raak
seconden aan. Het display gaat aan en uit.
Raak
3 seconden aan.
branden. Raak
om één van het volgende te kiezen:
•
- de signalen zijn uit
•
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u wachten
tot de kookplaat automatisch uitschakelt.
Als de functie op
alleen horen als:
• u
aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden komt
• u iets op het bedieningspaneel plaatst.
6.1 Pannen
• De bodem van de pannen moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
. Stel geen warmteinstelling
gaat aan.
.
. Stel geen warmteinstelling
gaat aan.
.
.
gaat aan. Raak
3
of
gaat
aan van de zone linksvoor
staat, kunt u de geluiden
4
, treedt