6 Kooktips
•
Prikken
Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren en fruit, barsten
º
open in de combimagnetron. Voorkom dit door er van te voren enkele keren met
een vork of satéprikker in te prikken.
•
Controleren
Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal gerechten net
º
voordat ze gaar zijn uit de combimagnetron.
•
Nagaren
Laat gerechten, nadat u ze uit de combimagnetron hebt gehaald, over het
º
algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen dan na.
Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.
•
Invriezen
º
Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in de
combimagnetron, door geen aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken en
door plattere porties in te vriezen.
Koken van groente
•
Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap zijn geworden
doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een tijdje in koud water leggen,
zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
•
Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de schaalbodem
bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
•
Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
•
Dek de schaal altijd af met een deksel of combimagnetronfolie.
•
Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten geven meestal
voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt voegen, doe dat dan na het koken.
•
Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
•
Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen, vette vissen of
kleine porties het vermogen in op 30%. In andere gevallen kunt u het vermogen
gerust iets hoger instellen. Houd wel rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees
ondoorschijnend is geworden.
24