13 Met de motorzeis werken
► Motorzeis met de andere hand op de hand‐
greep zo vasthouden dat de duim om de
handgreep valt.
Als er een metalen snijgarnituur wordt gebruikt:
► Motorzeis met één hand op de bedienings‐
handgreep zo vasthouden dat de duim om de
greeplocatie van de bedieningshandgreep
valt.
► Motorzeis met de linkerhand op de beugel‐
handgreep zo vasthouden dat de duim om de
beugelhandgreep valt.
13.2
Vermogenstrap instellen
Afhankelijk van het gebruik kunnen 2 vermo‐
genstrappen worden ingesteld. De positie van de
schuif voor vermogenstrappen (1) geeft de inge‐
stelde vermogenstrap aan.
De ingestelde vermogenstrap beïnvloedt de
werktijd van de accu.
–
: ECO-vermogenstrap, laag vermogen
–
: maximale vermogenstrap, maximaal
vermogen
Als de maximale vermogenstrap is ingesteld,
herkent de motorzeis het gemonteerde snijgarni‐
tuur en stelt het passende toerental van het mes
automatisch in.
Als de Eco-vermogenstrap is ingesteld, wordt het
toerental verlaagd.
De looptijd van de accu kan daardoor worden
verlengd.
0458-029-9601-A
1
► De schuif voor vermogenstrappen (1) met uw
duim in de gewenste positie schuiven.
13.3
Maaien
De afstand van het snijgarnituur ten opzichte van
de grond bepaalt de maaihoogte.
Maaien met maaikop (A)
► De motorzeis gelijkmatig heen en weer bewe‐
gen.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
Maaien met een grassnijblad (B)
► Met het linkerdeel van het metalen snijgarni‐
tuur maaien.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
Voor een optimale prestatie moeten de aanbevo‐
len temperatuurbereiken in acht worden geno‐
men,
21.4.
13.4
Maaidraad bijstellen
13.4.1
Maaidraden op de maaikoppen Auto‐
Cut bijstellen
► Met de draaiende maaikop even de grond
aantippen.
De maaidraad wordt circa 30 mm langer. Het
afkortmes in de beschermkap kort de maai‐
draad automatisch op de juiste lengte af.
Nederlands
A
B
73