5. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start niet of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Neem indien dit niet lukt contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
MOGELIJKE STORINGEN
Probleem
Het programma start niet.
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
•
•
•
•
•
Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
•
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
•
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
•
Zorg ervoor dat de toets Start/Pause is ingedrukt.
•
Als de starttijdkeuze is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht
u tot de afloop van de uitgestelde start.
•
Schakel het kinderslot uit als het aan is (indien beschikbaar).
•
Controleer of de waterkraan is geopend.
•
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig con-
tact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
•
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
•
Zorg ervoor dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep
niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
•
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
•
Zorg ervoor dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
•
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang
kan te laag hangen.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0 °C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
Mogelijke oplossing
15