Neem de ingevoerde instellingen over met "OK" of verwerp de instellingen met
"Afbreken".
W-LAN alleen (TVIP71550)
De camera beschikt over een W-LAN netwerkinterface, om data draadloos naar een IP-netwerk over te
brengen. Voor het eerst instellen van alle W-LAN parameters moet de netwerkcamera eerst via een
netwerkkabel worden aangesloten.
W-LAN:
W-LAN statusweergave:
ESSID:
Modus:
Veiligheid:
Kanaal:
Signaalsterkte:
Bitrate:
MAC-adres:
IP-adres:
ESSID:
Handmatige instelling:
Modus:
Infrastructuur:
Ad-Hoc:
Verificatie:
Open
Gemeenschappelijke sleutel (WEP, Wired Equivalent Privacy) Voor het versleutelen wordt een 64- of 128-
WPA-PSK / WPA2-PSK
Versleuteling:
Sleutellengte:
Netwerksleutel:
Activeer of deactiveer hier de W-LAN interface.
De camera doorzoekt de omgeving automatisch naar W-LAN toegangspunten
(AP, Access Point). Het aangesloten toegangspunt wordt blauw
weergegeven.
(zie hieronder)
(zie hieronder)
Geeft aan op welke wijze dit netwerk is beveiligd.
Duidt aan op welk kanaal het Access-Point uitzendt.
Weergave van de signaalkwaliteit in procenten. Voor een goede verbinding
mag deze waarde niet lager dan 60% zijn.
Duidt de bruto bitrate van het Access-Point aan.
Het MAC-adres (netwerk-apparaat-adres) wordt automatisch toegekend en
weergegeven.
Hier wordt het ingestelde IP-adres weergegeven. Het toekennen van het
adres kan automatisch (DHCP) of handmatig plaatsvinden (zie hieronder).
De ESSID is de naam van het toegangspunt. Deze kan automatisch worden
toegekend of handmatig worden ingevoerd.
Handmatige instelling van de ESSID.
Selecteer hier de W-LAN verbindingsmodus.
De netwerkcamera wordt via een Access Point met het netwerk verbonden.
In deze modus is het mogelijk dat de netwerkcamera direct met een andere
netwerkadapter (netwerkkaart) communiceert. Er wordt een zogenaamde
Peer-to-Peer-omgeving opgebouwd.
Hier kan een versleutelingsmodus voor draadloze overdracht worden
ingesteld.
Er is geen versleuteling geselecteerd.
Bit sleutel gebruikt (HEX of ASCII). Voor de communicatie met andere
apparaten moeten de sleutels van beide apparaten overeenstemmen.
(10/26 HEX tekens of 5/13 ASCII tekens, overeenkomstige Bitlengtes)
(Wi-fi Protected Access – Pre-Shared-Keys) Bij deze methode worden
dynamische sleutels gebruikt. Als versleutelingsprotocollen kunnen TKIP
(Temporal Key Integrity Protokoll) of AES (Advanced Encrytion Standard)
worden gekozen. Als sleutel moet een zogenaamde wachtzin (Pre-shared
Key) worden verstrekt.
(64 HEX tekens of 8 - 63 ASCII tekens)
Selecteer hier het betreffende versleutelingstype.
Gemeenschappelijke sleutel: WEP / gedeactiveerd
WPA-PSK / WPA2-PSK: TKIP of AES
Alleen bij WEP. Selecteer hier de bitlengte voor de sleutel.
Alleen bij WEP. Maximaal kunnen 4 sleutels worden verstrekt.
267