Publicité
Informations concernant la locomotive réelle
La série 120.1 est la première locomotive à courant triphasé
construite en série à circuler sur les rails allemands. La
technique de la série 120 devait montrer la voie pour la
conception ultérieure des véhicules moteurs de l'ICE. Mis à
part les transformateurs perceptibles, les marches d'essais
furent concluantes et avec la marche record à 265 km/h en
1984, la 120 001 devint la locomotive à courant triphasé la
plus rapide du monde.
La série 120 avait été conçue comme locomotive universelle,
c'est-à-dire aussi bien pour le service voyageurs rapide
haut de gamme que pour la traction de trains marchandises
rapides. En 1984, la Deutsche Bundesbahn décida d'acquérir
60 locomotives de la série 120.1. Contrairement aux quatre
prototypes, autorisés pour une vitesse de 160 km/h, la 120.1
devait atteindre une vitesse maximale de 200 km/h, comme
c'était déjà le cas de la 120 005, qui se distinguait des autres
locomotives de pré-série par une partie frontale légèrement
différente.
Jusqu'à la livraison de la série 101, les locomotives de la
série 120.1 étaient également les seules locomotives autori-
sées à pousser des rames réversibles Intercity à
200 km/h. Toutes les locomotives étaient équipées d'origine
pour la double traction. Cette loco était toutefois rarement
affecté au service marchandises. La 120.1 fut, respective-
ment est utilisée principalement dans le trafic InterCity/
Eurocity. A l'époque déjà livrées avec la nouvelle livrée
rouge Orient, les locomotives de série portent entre-temps
presque toutes la robe actuelle, rouge trafic.
Informatie van het voorbeeld
De serie 120.1 is de eerste in serie gebouwde draaistroom-
locomotief ter wereld. De techniek van de serie 120 zou
bepalend zijn voor de latere ontwikkeling van de ICE-
motorstellen. Afgezien van de transformatoren die voor
verbetering vatbaar waren, waren de testritten overtui-
gend en de 120 001 werd door haar recordrit met 265 km/h
in 1984 de snelste draaistroomlocomotief ter wereld.
De serie 120 was als universele locomotief ontwikkeld,
d.w.z. zowel voor het snelle, hoogwaardige reizigersver-
keer als voor de dienst voor snelle goederentreinen. In
1984 besloot de Deutsche Bundesbahn 60 locomotieven
van de serie 120.1 in serie aan te schaffen. In tegenstelling
tot de vier prototypen, die voor 160 km/h toegelaten waren,
moest de 120.1 een maximumsnelheid van 200 km/h berei-
ken, zoals de 120 005 al reed, die zich door een iets andere
frontpartij van de overige voorserielocs onderscheidde.
De locs BR 120.1 waren tot en met de aflevering van de BR
101 ook de enige locs die Intercity-keertreinen met
200 km/h mochten duwen. Van huis uit waren alle loco-
motieven voor dubbeltractie ontworpen. In de goederent-
reindienst was de loc echter zelden te zien. De 120.1 werd
resp. wordt voornamelijk in het Interregio- en InterCity-/Eu-
rocityverkeer ingezet. De serielocomotieven zijn indertijd
reeds in het nieuwe kleurenschema oriëntrood geleverd,
intussen dragen ze bijna allemaal het actuele, verkeersro-
de kleurenkleed.
5
Publicité
