Noodoproepfunctie - Algemeen
Algemeen
De noodoproep moet via een programmering worden ingeschakeld. U kunt maximaal 8
telefoonnummers opslaan die na elkaar worden gekozen nadat met de SOS-toets op de
telefoon of de meegeleverde SOS-handzender een noodoproep werd geactiveerd.
Bijkomende SOS-handzenders zijn optioneel verkrijgbaar als toebehoren.
In de noodoproepmodus heeft de noodoproep voorrang op alle andere telefoonfuncties.
Op die manier worden aankomende oproepen afgewezen als tegelijkertijd een noodoproep
wordt gezonden.
U kunt uw individuele noodoproeptekst inspreken. De noodoproepontvanger hoort de
boodschap en weet wat er moet gebeuren.
Verloop van een noodoproep
De telefoon van de ontvanger van de noodoproep moet op het kiesprocédé DTMF (toon-
kiezen) ingesteld zijn. Dit is een vereist om een spraakverbinding met de hulpzoekende op
te bouwen.
Hulpzoekende persoon
Noodoproeptoets op de telefoon indrukken
resp. noodoproep activeren met de SOS-
handzender.
Noodoproeptelefoon wordt automatisch op
de handsfree-functie geschakeld.
Gesprek kan met de toets
beëindigd.
Noodoproepontvanger
Telefoon rinkelt. Hoorn opnemen. De bood-
schap is te horen. Op het cijfer 5 drukken
(bevestiging) om de boodschap te stoppen.
Gesprek met de hulpzoekende persoon.
worden
Nederlands 103