4.4
Na het gebruik
Gebruiksgeschiktheid als volgt controleren:
– Helmschaal, binnenwerk, kinriem en toebehoren
controleren. Defecte onderdelen vervangen.
– Vizieren controleren. Bij zichtbare beschadigingen of
beïnvloeding van het zicht (bijv. door krassen,
verkleuringen) dienen de vizieren te worden vervangen.
– Lakoppervlak van de brandweerhelm controleren op
beschadigingen.
De zelfdovende coating van speciale lak is een belangrijke
factor voor de thermische prestaties van de
brandweerhelm. Wanneer de lak beschadigd is, kan de
gebruikslevensduur afnemen. Kleine krassen in het
oppervlak of lakbeschadigingen verminderen de
beschermende werking niet. Deze kunnen met
reparatielak worden hersteld.
Brandweerhelmen die niet meer kunnen worden gebruikt of
gerepareerd, moeten om veiligheidsredenen onbruikbaar
worden gemaakt.
Geschoold personeel of Dräger kan controleren of de
brandweerhelm met een beschadiging nog verder gebruikt of
gerepareerd kan worden.
VOORZICHTIG
Gebrekkige beschermende werking na inwerking van een
slag of stoot!
Wanneer de brandweerhelm de energie van een impact
opvangt, kan deze beschadigd of vernield raken.
► Zelfs wanneer een beschadiging niet direct zichtbaar is,
moet de brandweerhelm na een harde impact of stoot
worden vervangen. Beschadigde of door stoten belaste
brandweerhelmen mogen niet verder worden gebruikt. Dit
geldt ook wanneer er geen uitwendige schade zichtbaar
is.
5
Onderhoud
5.1
Onderhoudsintervallen
Informatie over onderhoudsmaatregelen: zie Technisch
handboek.
5.2
Reiniging en desinfectie
Meestal is het voldoende om de brandweerhelm na gebruik te
reinigen. Het binnenwerk kan zo nodig worden
gedesinfecteerd.
Informatie over machinale reiniging, zie Technisch Handboek.
AANWIJZING
Gevaar van materiaalbeschadiging
Voor het reinigen en ontsmetten geen oplosmiddelen (bijv.
aceton, alcohol) of reinigingsmiddelen met schurende deeltjes
gebruiken.
► Uitsluitend de beschreven methoden toepassen en de
genoemde reiniging- en desinfectiemiddelen gebruiken.
Andere middelen, doseringen en inwerktijden kunnen het
product beschadigen.
► Gecoate vizieren mogen niet worden gedesinfecteerd,
omdat door het desinfectiemiddel de coating verloren
gaat.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger HPS
®
SafeGuard
Voor informatie over geschikte reinigings- en desinfec-
tiemiddelen en hun specificaties, zie document
9100081 op www.draeger.com/IFU.
5.2.1 Reiniging
AANWIJZING
Als de brandhelm in een dompelbad moet worden gereinigd,
mag deze slechts kort worden ondergedompeld en
bevochtigd, zodat de anticondenscoating van de vizieren niet
oplost.
1. Elektronische componenten van de brandweerhelm
demonteren en afzonderlijk reinigen.
2. Een reinigingsoplossing van water en een
reinigingsmiddel voorbereiden. Als alternatief kan ook
lauw zeepsop of water worden gebruikt.
3. Helmcomponenten als volgt reinigen:
● Helmschaal:
Met een zachte doek en de reinigingsoplossing
reinigen. Met schoon water afspoelen en droogwrijven.
● Vizieren:
Met lauw zeepsop of water reinigen. Met schoon water
afspoelen. De buitenkant van de vizieren kan worden
afgedroogd. De binnenkant aan de lucht laten drogen.
De vizieren kunnen ook met een alcoholvrij
ruitenschoonmaakmiddel of kp-Comfort worden
gereinigd.
● Textielonderdelen:
Met de reinigingsoplossing reinigen. Met schoon water
spoelen. Aan de lucht laten drogen.
● Neklap:
zie Technisch handboek.
5.2.2 Desinfectie
1. Een desinfectiebad van water en een desinfectiemiddel
voorbereiden.
2. Alle componenten die moeten worden gedesinfecteerd in
het desinfectiebad leggen (duur: 15 minuten).
3. Alle componenten onder stromend water grondig
afspoelen.
4. Alle componenten aan de lucht of in de droogkast laten
drogen (temperatuur: max. 60 °C). Tegen rechtstreeks
zonlicht afschermen.
5.3
Onderhoudswerkzaamheden
De volgende servicewerkzaamheden worden in de regel niet
door de brandweerman, maar door het servicepersoneel
uitgevoerd. Deze staan om die reden in het Technisch
handboek beschreven:
– Binnenwerk vervangen
– Gelaatsbeschermingsvizier vervangen
– Oogbeschermingsvizier vervangen
– Bevestigingsplaat vervangen
– Frontplaat vervangen
– Reflecterende striping vervangen
– Hoofdpolstering achter vervangen
– Lak op de helmschaal herstellen
– Neklaphouder vervangen
– O-ringen vervangen
|
nl
Onderhoud
19