Vonkenvanger controleren
Voor machines met een
vonkenvanger
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
WAARSCHUWING
Hete onderdelen van het uitlaatsysteem
kunnen brandstofdampen ontsteken, zelfs
nadat u de motor hebt afgezet. Hete deeltjes
die tijdens het gebruik van de motor uit de
uitlaat komen, kunnen ontvlambaar materiaal
ontsteken, waardoor lichamelijk letsel of
materiële schade kan ontstaan.
Vul geen brandstof bij en laat de motor niet
lopen totdat de vonkenvanger is geplaatst.
1.
Parkeer de maaimachine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Wacht tot de geluiddemper is afgekoeld.
4.
Als u scheuren ziet in het scherm of in de lassen
moet u de vonkenvanger vervangen.
5.
Als het scherm verstopt raakt, verwijder dan
de vonkenvanger en schud de deeltjes eruit.
Reinig het scherm met een staalborstel (laat het
scherm indien nodig weken in oplosmiddel).
6.
Plaats de vonkenvanger terug op de uitlaat.
Het emissie-luchtinlaatfilter
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Verwijder het filter van de ontluchtingsslang.
4.
Breng een nieuw filter aan in het uiteinde van
de ontluchtingsslang.
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden is brandstof
uiterst ontvlambaar en zeer explosief. Brand
of explosie van brandstof kan brandwonden
bij u of anderen en materiële schade
veroorzaken.
Zie
Brandstofveiligheid (bladz. 16)
volledige lijst van voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot brandstof.
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan) (vaker in stoffige, vuile om-
standigheden).
Belangrijk:
Plaats de brandstofleidingen en
bevestig ze met plastic kabelbinders. Volg hierbij
de fabrieksmontage om ervoor te zorgen dat
de brandstofleiding geen contact kan maken
met onderdelen die deze mogelijk kunnen
beschadigen.
Het brandstoffilter bevindt zich bij de motor, links
vooraan aan de motor.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Laat de motor afkoelen.
4.
Sluit de brandstofafsluitklep onder de stoel.
5.
Brandstoffilter vervangen
Opmerking:
op het filter de richting van de brandstofstroom
volgen.
44
voor een
(Figuur
49).
Zorg ervoor dat de markeringen