•
De werkelijke temperatuur van het water in het waterreservoir wordt tijdens de koude-opslag
weergegeven.
•
De luchtinlaat en -uitlaat mogen niet worden afgedekt.
4. Koelen
Zodra de koude-opslag is voltooid:
1) Druk op de modusknop om de koelmodus te selecteren.
2) Druk op de "+" of "-" knop om de gewenste koeltemperatuur in te stellen, tussen 16℃ en 32℃.
3) Druk op de windsnelheidsknop om de lage/middelmatige/hoge/automatische windsnelheid in 4
verschillende niveaus te selecteren.
4) Druk op de oscillatieknop om de oscillatiefunctie in/uit te schakelen.
Opmerking:
•
De kamertemperatuur wordt tijdens het koelen weergegeven.
•
Wanneer de koelcapaciteit van het water in het waterreservoir opgebruikt is (de watertemperatuur
bereikt 40℃), wordt de koeling gestopt en kan het water alleen worden gebruikt na de koude-opslag.
5. Sterke koeling
Deze modus kan worden gebruikt wanneer snel koelen vereist is.
1) Druk op de modusknop om de sterke koelmodus te selecteren.
2) Druk op de "+" of "-" knop om de sterke koeltemperatuur in te stellen, tussen 16℃ en 32℃.
3) De windsnelheid is standaard en kan niet worden aangepast.
4) Druk op de oscillatieknop om de oscillatiefunctie in/uit te schakelen.
Opmerking:
•
De kamertemperatuur wordt tijdens sterke koeling weergegeven.
•
Wanneer de koelcapaciteit van het water in het waterreservoir opgebruikt is (de watertemperatuur
bereikt 40℃), wordt de koeling gestopt en kan het water alleen worden gebruikt na de koude-opslag.
6. Warmteopslag
1) Druk op de modusknop om de warmteopslagfunctie te selecteren.
2) Druk op de "+" of "-" knop om de temperatuur voor de warmte-opslag in te stellen, tussen 20℃ en
30℃. Hoe hoger de ingestelde temperatuur, hoe groter de opslagcapaciteit.
3) Wanneer het digitaal scherm uw ingestelde temperatuur weergeeft, betekent dit dat de
warmte-opslag voltooid is.
Opmerking:
•
De luchtuitlaatventilator is tijdens de warmte-opslag gesloten en is er geen luchtvolume om uit te
blazen.
•
De werkelijke temperatuur van het water in het waterreservoir wordt tijdens de warmte-opslag
weergegeven.
7. Verwarming
Zodra de warmteopslag is voltooid:
1) Druk op de modusknop om de verwarmingsmodus te selecteren.
2) Druk op de knop "+" of "-" om de verwarmingstemperatuur in te stellen, tussen 16℃ en 32℃.
3) Druk op de windsnelheidsknop om de lage/middelmatige/hoge/automatische windsnelheid in 4
verschillende niveaus te selecteren.
4) Druk op de oscillatieknop om de oscillatiefunctie in/uit te schakelen.
Opmerking:
•
Het geeft de kamertemperatuur tijdens het verwarmen weer.
•
De luchtinlaat en -uitlaat mogen niet worden afgedekt.
- 217 -