Het rechtuitrijden klopt niet
• Stel het rechtuitrijden op de zender af met de bijhorende trimfunctie voor de stuurfunctie.
• Controleer de stuurstang, de servo-arm, de servosaver en de schroefverbinding.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en ver-
vangt u deze.
De besturing is tegengesteld tot de beweging van de draaiwiel op de zender
• Activeer op de zender de reverse-instelling voor de stuurfunctie.
De rijfunctie is tegengesteld tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
• Normaal gezien moet het voertuig naar voor rijden wanneer de gas-/remhendel op de zender naar de greep toe
wordt getrokken.
Als dit niet het geval is, activeert u op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
• Als de motor van de rijregelaar losgekoppeld wordt, vervangt u twee van de drie motorkabels.
De besturing functioneert niet of niet juist, stuuruitslag op voertuig te gering
• Indien de zender een dualrate-instelling biedt, controleert u deze (gebruiksaanwijzing van zender in acht nemen).
Bij een te geringe dualrate-instelling reageert de stuurservo niet meer.
• Controleer het stuurmechanisme op losse delen; controleer bijv. of de servoarm juist op de servo bevestigd is.
120