Snijgarnituren
1.
Gebruik geen snijgarnituur dat niet is aanbevo-
len door ons.
2.
Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de
geplande werkzaamheden.
—
Nylondraad-snijkoppen (graskantmaaierkop-
pen) en kunststof snijbladen zijn geschikt
voor het maaien van gazongras.
—
Metalen snijbladen zijn geschikt voor het
maaien van onkruiden, hoog gras, struiken,
heesters, ondergroei, bosjes en dergelijke.
—
Gebruik nooit andere snijbladen, waaronder
metalen meerdelige kettingen en vlegelmes-
sen. Dit kan leiden tot ernstig letsel.
3.
Gebruik uitsluitend een snijgarnituur dat is
gemarkeerd met een toerental dat gelijk is aan
of hoger is dan het toerental aangegeven op
het gereedschap.
4.
Houd altijd uw handen, gezicht en kleding uit
de buurt van het snijgarnituur wanneer dit
ronddraait. Als u dit niet doet, kan persoonlijk
letsel ontstaan.
5.
Gebruik altijd de beschermkap van het snijgar-
nituur die geschikt is voor het snijgarnituur dat
u gebruikt.
6.
Voorkom bij gebruik van een metalen snijblad
dat terugslag kan optreden en wees altijd voor-
bereid op per ongeluk optredende terugslag.
Raadpleeg de tekst onder het kopje Terugslag.
7.
Als het gereedschap niet in gebruik is,
brengt u altijd de schede aan om het snijblad.
Verwijder de schede vóór gebruik.
Terugslag (stoot van het snijblad)
1.
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plot-
selinge reactie op een klemmend of vastgelo-
pen metalen snijblad. Zodra dit optreed wordt
het gereedschap met grote kracht zijwaarts of
in de richting van de gebruiker geworpen en
kan het ernstig letsel veroorzaken.
2.
Terugslag treedt met name op wanneer u met
het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur tegen
een hard voorwerp, struiken en takken met een
diameter van 3 cm of meer komt.
► Fig.2
3.
Om terugslag te voorkomen:
1.
Gebruik het snijbladsegment tussen 8 en
11 uur.
2.
Gebruik nooit het snijbladsegment tussen
12 en 2 uur.
3.
Gebruik het snijbladsegment nooit tussen
11 en 12 uur en tussen 2 en 5 uur, behalve
indien de gebruiker goed opgeleid en erg
ervaren is en dit onder zijn/haar eigen
verantwoordelijkheid doet.
4.
Gebruik het metalen snijblad nooit dicht-
bij harde voorwerpen, zoals afrasterin-
gen, muren, boomstammen en stenen.
5.
Houd het metalen snijblad nooit verticaal
voor werkzaamheden zoals kanten snij-
den of heggen snoeien.
► Fig.3
Trillingen
1.
Mensen met een slechte bloedsomloop die
worden blootgesteld aan sterke trillingen,
kunnen verwondingen aan bloedvaten of het
zenuwstelsel oplopen. Trillingen kunnen de
volgende symptomen veroorzaken in de vingers,
handen of polsen: 'Slapen' (gevoelloosheid), tinte-
len, pijn, stekend gevoel, verandering van huids-
kleur of van de huid. Als een van deze symptomen
zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts!
2.
Om de kans op 'witte-vingerziekte' te verklei-
nen, houdt u uw handen warm tijdens het werk
en onderhoudt u het gereedschap en de acces-
soires goed.
Vervoeren
1.
Alvorens het gereedschap te vervoeren, scha-
kelt u het uit en verwijdert u de accu. Breng de
schede aan om het metalen snijblad.
2.
Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt u
het horizontaal door de schacht vast te pakken.
3.
Wanneer u het gereedschap in een voertuig
vervoert, zet u het goed vast om te voorkomen
dat het omvalt. Als u dat niet doet, kan het gereed-
schap en andere bagage beschadigd worden.
Onderhoud
1.
Laat uw gereedschap onderhouden door ons
erkende servicecentrum met gebruikmaking
van uitsluitend originele vervangingsonderde-
len. Een verkeerde reparatie of slecht onderhoud
kan de levensduur van het gereedschap verkorten
en de kans op ongelukken vergroten.
2.
Voordat u enige onderhouds-, reparatie- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert aan het
gereedschap, schakelt u altijd het gereed-
schap uit en verwijdert u de accu.
3.
Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer
u het metalen snijblad hanteert.
4.
Verwijder altijd stof en vuil vanaf het gereed-
schap. Gebruik voor dit doel nooit benzine,
wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan lei-
den tot verkleuren, vervormen of barsten van de
kunststofdelen.
5.
Draai na ieder gebruik alle schroeven, bouten
en moeren vast.
6.
Probeer geen onderhouds- of reparatie-
werkzaamheden uit te voeren die niet in de
gebruiksaanwijzing worden beschreven. Vraag
ons erkend servicecentrum om dergelijke
werkzaamheden uit te voeren.
7.
Gebruik altijd uitsluitend onze originele ver-
vangingsonderdelen en accessoires. Als u
onderdelen of accessoires van derden gebruikt,
kan het gereedschap defect raken, eigendommen
worden beschadigd en/of ernstig letsel worden
veroorzaakt.
8.
Verzoek regelmatig ons erkend servicecen-
trum om het gereedschap te inspecteren en
onderhouden.
9.
Houd het gereedschap altijd in goed wer-
kende staat. Slecht onderhoud kan leiden tot
ondermaatse prestaties en de levensduur van het
gereedschap verkorten.
81 NEDERLANDS