d) Montage van de buiteneenheid
• Afhankelijk van de ondergrond moeten op de beoogde montageplaats mogelijk gaten worden geboord.
Let er tijdens het boren en het vastschroeven op dat er geen kabels of leidingen worden beschadigd.
Op de plek waar de kabel uit de muur komt moet op een goede afdichting worden gelet, zodat water dat
van de muur stroomt (bijv. tijdens regen) niet langs de kabel de muur in kan lopen. Gebruik om af te dichten
een beetje silicone.
• Draai met een inbussleutel de schroef aan de onderkant van de buiteneenheid los en verwijder de voorkant.
• Het weergavevolume via de luidspreker kan later met de draaiknop (zie hoofdstuk 6. b), positie 24) worden inge-
steld (linksom = luider, rechtsom = zachter). U moet de draaiknop niet vóór de ingebruikname verstellen.
• Sluit de aansluitingen aan de achterkant van de binneneenheid aan op de deuropener, zie het aansluitschema in
hoofdstuk 7. b).
Let daarbij vooral op de juiste polariteit voor de aansluiting van de lichtnetadapter en de verbinding tussen
de buiten- en de binneneenheid. Anders worden zowel de binneneenheid als de buiteneenheid bescha-
digd, waardoor de aansprakelijkheid/garantie komt te vervallen!
Bij conventionele deuropeners is de polariteit meestal niet belangrijk.
66