7. Montage
a) Algemeen
De buiteneenheid moet beschut worden gemonteerd, bijvoorbeeld naast de voordeur (bijvoorbeeld onder een luifel),
zodat de bezoeker er recht voor staat wanneer de belknop wordt bediend. De camera moet op een hoogte van onge-
veer 150 cm worden gemonteerd, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden op de montageplaats.
De binneneenheid is uitsluitend geschikt voor montage in een droge, gesloten ruimte binnenshuis, bijv. binnen op de
gang. Hier moet de montagehoogte ongeveer 140 cm zijn.
Tussen de buiten- en binneneenheid moet een tweeaderige kabel (niet inbegrepen bij de leveringsomvang) worden
gelegd.
Hoe groter de afstand tussen de buiten- en binneneenheid, des te groter moet ook de aderdoorsnede zijn.
Anders kan het voorkomen dat de buiteneenheid niet werkt.
Kabellengte tot 50 m: Doorsnede 0,75 mm²
Kabellengte tot 100 m: Doorsnede 1 mm²
Test de video-deurintercom op de toekomstige montageplaats, voordat u gaten boort voor de permanente
montage en kabels aanlegt. Gebruik voor deze test dezelfde kabel met de juiste lengte, die later voor de
verbinding van de buiten- en binneneenheid wordt gebruikt.
Monteer de buiten- en binneneenheid alleen op een stabiel oppervlak, maar niet op metalen oppervlakken
of in de buurt van andere elektrische/elektronische apparatuur.
Let er tijdens het boren en vastschroeven op dat u geen kabels of leidingen beschadigt! Hetzelfde geldt
voor het leggen van de aansluit-/verbindingskabel en de daarbij evt. noodzakelijke werkzaamheden aan
de muur.
Leg de verbindingskabel tussen buiten- en binneneenheid niet direct naast andere stroomkabels of leidin-
gen, leg deze ook niet op of in de buurt van metalen oppervlakken. Hierdoor kan de overdracht negatief
worden beïnvloed.
63