b) Lichtnetadapter
• De constructie van de lichtnetadapter voldoet aan beschermingsklasse II.
• Sluit de lichtnetadapter uitsluitend aan op een correct geïnstalleerd stopcontact van het openbare elek-
triciteitsnet.
• Het stopcontact voor de lichtnetadapter moet zich in de buurt van de binneneenheid bevinden en ge-
makkelijk bereikbaar zijn.
• De lichtnetadapter is alleen geschikt voor gebruik in droge en gesloten ruimtes binnenshuis. Hij mag
nooit vochtig of nat worden. Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
• Trek de lichtnetadapter nooit aan de kabel uit het stopcontact.
• Bescherm de kabel van de lichtnetadapter tegen scherpe randen en stap niet op de kabel.
• Raak de lichtnetadapter niet aan als deze beschadigingen vertoont; er bestaat levensgevaar door een
elektrische schok!
Schakel eerst voor alle polen de netspanning van de contactdoos waarop de lichtnetadapter is aange-
sloten uit (bijv. door de desbetreffende zekeringautomaat uit te schakelen of zekering eruit te draaien en
dan de bijbehorende aardlekschakelaar uit te schakelen).
Haal pas daarna de lichtnetadapter uit het stopcontact. Vervang de beschadigde lichtnetadapter door
een identieke nieuwe lichtnetadapter.
c) Binneneenheid
• De binneneenheid is alleen geschikt voor droge, gesloten ruimtes binnenshuis. Stel deze niet bloot aan
direct zonlicht, hitte, kou, stof, vuil, vocht of nattigheid, anders beschadigt deze.
• Dek nooit de ventilatieopeningen aan de achterkant af.
• Druk niet op het oppervlak van het scherm. Hierdoor ontstaan niet alleen krassen, het scherm kan ook
breken en hierdoor blijvend worden beschadigd. De waarborg/garantie komt te vervallen!
d) Buiteneenheid
• De buiteneenheid is geschikt voor gebruik binnenshuis en buitenshuis (IP55). Hij mag echter nooit in of
onder water worden gebruikt; hierdoor raakt hij onherstelbaar beschadigd.
• Monteer de buiteneenheid buitenshuis onder een afdak (bijv. een luifel).
• Zorg ervoor dat de aansluitkabels niet worden afgekneld, geknikt of door scherpe randen worden be-
schadigd.
• Monteer de buiteneenheid zodanig dat de ingebouwde camera niet direct op felle lichtbronnen (zoals
zon of schijnwerpers) is gericht. Dit resulteert niet alleen in een overgemoduleerd en onbruikbaar beeld,
maar kan bij langdurige inwerking ook tot beschadiging van de beeldsensor leiden.
• Neem voordat u de buiteneenheid monteert de geldende voorschriften in acht, of de werking van de
camera of het richten ervan op een bepaald deel van de omgeving is toegestaan.
60