het beste resultaat door te trainen op een niveau dat
u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de
beste graadmeter. Om te beginnen dient u te weten wat
uw maximale hartslag is: dit is de hartslag die bij mèèr
inspanning niet meer hoger wordt. Als u niet weet wat
uw maximale hartslag is, kunt u de volgende formule als
leidraad nemen:
220 - DE LEEFTIJD
Dit zijn gemiddelde waarden en het maximum varieert
van persoon tot persoon. De maximale hartslag daalt
per jaar met gemiddeld èèn punt. Als u tot de eerder
genoemde risicogroepen behoort, vraag dan een arts
om de juiste hoogte van uw maximale hartslag. Om u
te helpen met uw training, hebben wij drie verschillende
hartslag niveaus geselecteerd.
BEGINNER • 50 TOT 60 % VAN DE MAXIMALE HARTSLAG
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen, mensen
die herstellende zijn van een ziekte en mensen die lang
niet getraind hebben. Drie trainingen van tenminste
een halfuur per week zijn aan te bevelen. Regelmatig
trainen stimuleert bij een beginner de ademhaling en
bloedsomloop in sterke mate en zorgt al snel voor een
merkbaar resultaat.
MIDDELMATIGE • 60 TOT 70 % VAN DE MAXIMALE
HARTSLAG
Een perfect niveau om fi tness te verbeteren en op peil te
houden. Zelfs een redelijk normale inspanning -minimaal
3 trainingen van 30 minuten per week- heeft een positief
effect op hart en longen. Om uw conditie verder te
verbeteren kunt u het aantal keren trainen per week
verhogen of de duur van uw training verlengen. Verhoog
echter nooit beide tegelijkertijd!
GEVORDERDE • 70 TOT 80 % VAN DE MAXIMALE HARTSLAG
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie ècht fi t
is en wie gewend is aan langdurige uithoudingsvermogen,
trainingen. Rust is in een fi tness programma net zo
belangrijk als de trainingen zelf. Traint u bijvoorbeeld drie
weken achter elkaar zeer regelmatig, dan is het goed om
het de week daarna wat rustiger aan te doen.
MONITOR
KNOPPEN
1. KEUZEWIEL
U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken:
A) Draaien aan het wiel (+/-). Door het wiel rechtsom
te draaien, kunt u menu's naar rechts schuiven en de
waarden of de weerstand verhogen. Door het wiel
linksom te draaien, kunt u menu's naar links schuiven en
de waarden of de weerstand verlagen.
B) Het wiel indrukken (ENTER). Door het wiel in te drukken,
kunt u de keuze bevestigen die u eerder hebt gemaakt
door aan het wiel te draaien.
2. START/STOP
Hiermee wordt de training gestart, gepauzeerd en
beëindigd. Tijdens de training kunt u, door één keer op
deze knop te drukken, de Pauze-stand activeren. Als u
opnieuw op de knop drukt, gaat het programma weer
verder.
3. RESET
Eén keer kort indrukken: hiermee keert u terug naar het
programmamenu. Lang indrukken: hiermee wordt de
meter opnieuw gestart.
4. RECOVERY
Berekent de index van uw herstelhartslag.
5. BODY FATAT
Berekent uw 'body mass index' (BMI) en laat het
percentage lichaamsvet zien.
BEELDSCHERM
Tijd (mm:ss), snelheid (km/u of ml/u), RPM (omwentelingen
per min.), afstand (km of ml), energieverbruik (kcal),
vermogen (W) en hartslag (slagen per minuut) worden
getoond.
PROGRAMMA'S
1.MANUAL PROGRAMMA
Stel een streeftijd en/of -afstand en/of -energieverbruik
en/of bovenste hartslaggrens in door middel van het
KEUZEWIEL.
Start de training door de START/STOP-knop in te drukken.
Als u streefdoelen/streefdoelen heeft ingesteld, dan zullen
die streefdoelen/streefdoelen beginnen met aftellen. De
weerstand kunt u instellen met het KEUZEWIEL.
21
NEDERLANDS
C35 - HANDLEIDING