TRAININGS NIVEAU
Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u
bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau
dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de
beste graadmeter.
HARTSLAGMETING MET HANDSENSOREN
De hartslagmeting gebeurt op basis van de perifere
bloedsomloop, met behulp van de sensors in het stuur;
deze meten de hartslag altijd wanneer u beide sensors in
het stuur tegelijk aanraakt.
Als u een hartslag gestuurde trainer gebruikt, of als de
hartslag meting voor u essentieel is, raden wij u aan
uw hartslag te registreren via een borstband; Ondanks
het gebruik van een borstband, kan het de waarde/
betrouwbaarheid van persoon tot persoon verschillen.
TELEMETRISCHE HARTSLAG METING
Hartslag kan telemetrisch worden gemeten. De C35
heeft een ingebouwde hartslagpuls ontvanger voor de
bijgeleverde borstband met ingebouwde telemetrische
hartslagzender. Dit is het meest betrouwbare systeem,
dat werkt met een borstband met meerdere elektrodes
waarvan de gemeten waarden draadloos doorgeseind
worden naar de monitor.
BELANGRIJK!
Als u een pacemaker gebruikt, mag u
de borstband alleen met toestemming van een arts
gebruiken.
Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze
manier wilt controleren, moeten de geribbelde
elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig
gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder
de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens
het fietsen de elektroden contact te laten houden met
de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt
belemmerd.
De zender geeft de hartslag automatisch door aan de
monitor die zich niet verder dan één meter van de
borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder
van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak
om te ontvangen. Let er ook op, dat er niet meerdere
personen met een borstband om binnen een straal van
één meter rond de monitor staan, want de monitor
ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt
deze dan bij elkaar op. Door vocht en transpiratie op
de elektrodes kan de zender aan blijven staan. Om
lege batterijen te voorkomen maakt u de elektrodes na
gebruik goed schoon en droog.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat
bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester
of polyamide) statische elektriciteit veroorzaken, wat bij
de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt
u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of andere
elektronische apparaten een elektromagnetisch veld om
zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan.
Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale
hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning niet
meer hoger wordt.
H A N D L E I D I N G
Als u niet weet wat uw maximale hartslag is, kunt u de
volgende formule als leidraad nemen:
208 – 0,7 X DE LEEFTIJD
Het maximum varieert van persoon tot persoon. De
maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld één
punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag dan een
arts uw maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen
met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag
niveaus geselecteerd.
•
BEGINNER
50 tot 60 % van de maximale hartslag
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen,
mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen
die lang niet getraind hebben.
Drie trainingen van tenminste een halfuur per week zijn
aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert bij een
beginner de ademhaling en bloedsomloop in sterke mate
en zorgt al snel voor een merkbaar resultaat.
•
GEMIDDELDE SPORTER
60 tot 70 % van de
maximale hartslag
Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op
peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning -
minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week - heeft
een positief effect op hart en longen. Om uw conditie
verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per
week verhogen of de duur van uw training verlengen.
Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd!
•
GETRAINDE SPORTER
70 tot 80 % van de maximale
hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie
écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie
trainingen.
MONITOR
DRUKKNOPPEN
1. SET
Instelling van de streefwaarden.
2. RESET
Op nul zetten van de trainingswaarden, beëindigen van
de training en terug naar de uitgangspositie.
3. + / -
Instelling van de streefwaarden, intensiteitinstelling:
weerstand / hartslag vermeerderen: met de + knop;
weerstand / hartslag verminderen: met de - knop.
4. RECOVERY
Meten van de conditiehartslag.
5. START / STOP
Begin en einde van de training.
DISPLAYS
1. TRAPSNELHEID (/ MIN)
Trapsnelheid (RPM), bovendien onder de numerieke
display nog een kolom, die de trapsnelheid weergeeft.
2. TRAININGSTIJD
N L
•
C 3 5
31