•
Bewerk geen asbesthoudend materiaal (asbest geldt
als kankerverwekkend)
•
Zorg ervoor, dat knop B 2 in de midden- (blokkeer-)
positie staat, vóórdat u de machine instelt of accessoires
verwisselt, en ook wanneer u de machine draagt of
opbergt
ACCESSOIRES
•
SKIL kan alleen een correcte werking van de machine
garanderen, indien originele accessoires worden gebruikt
•
Gebruik alleen accessoires met een toegestaan
toerental, dat minstens even hoog is als het hoogste
onbelaste toerental van de machine
VÓÓR GEBRUIK
•
Voorkom schade, die kan ontstaan door schroeven,
spijkers en andere voorwerpen in uw werkstuk; verwijder
deze, voordat u aan een karwei begint
•
Zet het werkstuk vast (een werkstuk, dat is vastgezet
met klemmen of in een bankschroef, zit steviger vast dan
wanneer het met de hand wordt vastgehouden)
•
Gebruik een geschikt detectieapparaat om
verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op
te sporen of raadpleeg het plaatselijke energie-
of waterleidingbedrijf (contact met elektrische
leidingen kan tot brand of een elektrische schok leiden;
beschadiging van een gasleiding kan tot een explosie
leiden; breuk van een waterleiding veroorzaakt materiële
schade en kan tot een elektrische schok leiden)
BATTERIJEN
•
De geleverde batterij is deels opgeladen (om een
volledige capaciteit van de batterij te garanderen, moet
u de batterij volledig opladen in de oplader voordat u uw
elektrische gereedschap voor de eerste keer gebruikt)
•
Gebruik uitsluitend de volgende batterijen en
opladers voor deze machine
- SKIL-batterij: BR1*31****
- SKIL-oplader: CR1*31****
•
Gebruik de batterij niet, wanneer deze beschadigd is;
vervang deze onmiddellijk
•
Haal de batterij niet uit elkaar
•
Stel machine/batterij niet bloot aan regen
•
Toegestane omgevingstemperatuur (machine/oplader/
batterij):
- bij het laden 4...40°C
- bij het gebruik –20...+50°C
- bij opslag –20...+50°C
UITLEG VAN SYMBOLEN OP MACHINE/BATTERIJ
3 Lees de gebruiksaanwijzing vóór gebruik
4 Batterijen exploderen als zij in vuur worden gegooid, dus
verbrand de batterij in geen geval
5 Bewaar de machine/oplader/batterij op een plaats, waar
de temperatuur niet hoger dan 50°C kan worden
6 Geef elektrisch gereedschap en batterijen niet met het
huisvuil mee
GEBRUIK
•
Gecombineerde schakelaar voor aan/uit en
toerentalregeling A 7
- regel het toerental traploos van 0 tot maximum door de
schakelaar A 8 dieper in te drukken
•
Opladen batterij
! lees de veiligheidswaarschuwingen en
-voorschriften die bij de oplader worden geleverd
•
Verwijderen/installeren van de batterij 2
•
Bevestigen van riemclip 9 *NIET STANDAARD
INBEGREPEN
- bevestig de riemclip K aan het gereedschap met een
schroef L *NIET STANDAARD INBEGREPEN.
•
Batterijniveau-indicator q
- druk op de batterijniveau-indicatorknop H om het
huidige batterijniveau q d aan te geven
! wanneer het laagste niveau van de batterij-
indicator gaat knipperen nadat er op knop H q b is
gedrukt, is de batterij leeg
! wanneer 2 niveaus van de batterij-indicator
gaan knipperen nadat er op knop H q c is
gedrukt, is de batterij niet binnen het toegestane
bedrijfstemperatuurbereik
•
Lichtkring y
Lichtkring gaat automatisch aan bij het activeren van de
aan-/uit-schakelaar
! als het LED-lampje gaat knipperen is de
batterijbescherming geactiveerd (zie hieronder)
•
Batterijbescherming
De machine wordt plotseling uitgeschakeld of kan niet
meer worden ingeschakeld, wanneer
- de belasting te hoog is --> hef de belasting op en
start opnieuw
- de temperatuur van de batterij niet binnen het
toegestane bedrijfstemperatuurbereik ligt van -20
tot +50°C --> 2 niveaus van de batterijniveau-indicator
gaan knipperen als er op knop H q c wordt gedrukt;
wacht tot de batterij weer binnen het toegestane
bedrijfstemperatuurbereik zit
- de batterij bijna leeg is (ter bescherming tegen
diepe ontlading) --> er wordt (knipperend) een laag
batterijniveau q b aangegeven door de batterijniveau-
indicator als er op knop H wordt gedrukt; batterij
opladen
! blijf niet op de aan/uit-schakelaar drukken nadat
de machine automatisch is uitgeschakeld; de
batterij kan beschadigd worden
•
Omschakelen van draairichting w
- als de omkeerschakelaar niet in de uiterste stand op
links/rechts staat, kan schakelaar A 2 niet ingedrukt
worden
! schakel de draairichting alleen om als de machine
volledig stilstaat
•
Verwisselen van dopsleutels e
- om een dopsleutel te verwijderen kunt u hem
eenvoudig van aandrijfvierkant C trekken
- om te monteren drukt u eenvoudig een dopsleutel op
aandrijfvierkant C tot deze vastklikt
! maak uitsluitend gebruik van dopsleutels die
geschikt zijn voor een aandrijfvierkant van 1/2"
! gebruik geen beschadigde dopsleutels
•
Modusselectie r
Druk op de snelheidsknop G om de gewenste
aanhaalmodus te selecteren wanneer het gereedschap
is ingesteld op voorwaartse rotatie:
Lage snelheidsmodus t a, b, c
- Vastdraaien wanneer fijnafstelling vereist is
- Voor kleinere bouten en moeren
Gemiddelde snelheidsmodus t d, e, f
- Vastdraaien wanneer gemiddelde kracht en snelheid
nodig zijn
- Voor het uitvoeren van mechanische reparaties
Hoge snelheidsmodus t g, h, i
22