Steek nu de stekker geheel in het stopcontact. Rol daarbij de elektrokabel
helemaal af. Het lampje van de RAD 1500, 2000 en 2000T gaat branden.
RAD 500:
Zet de AAN/UIT-schakelaar op I (aan); het lampje gaat branden en de kachel start
zijn werking.
RAD 1500 / 2000 / 2000T:
Stel de kachel in werking door de vermogensschakelaar op 1, 2 of 3 te zetten. De
kachel start zijn werking op resp. 600, 900 of 1500W vermogen (RAD 1500) c.q.
800, 1200 of 2000W vermogen (RAD 2000 en 2000T). Voor langzaam opwarmen,
lichte temperatuurverhoging of kleine ruimte kiest u stand 1; Voor snel opwarmen,
grotere temperatuurverhoging of grotere ruimte kiest u stand 2 of 3.
Thermostaat RAD 500:
Wanneer u de thermostaatknop geheel richting 'min' draait zal de kachel de ruimte
(mits niet té groot of té koud) op 5°C handhaven en als vorstbeveiliger werken.
Thermostaat RAD 1500 / 2000 / 2000T:
Als de ruimte de gewenste temperatuur heeft bereikt draait u de thermostaatknop
richting MIN tot u een klik hoort. Wanneer u de knop op deze stand laat staan zal de
kachel de huidige temperatuur handhaven door regelmatig in- en uit te schakelen.
Door de thermostaatknop naar MAX / MIN te draaien verhoogt / verlaagt u de
ingestelde temperatuur. Indien gewenst kunt u de kachel nu op een lager vermogen
zetten.
Turbo RAD 2000T:
De RAD 2000T is voorzien van een extra keramisch verwarmingselement (400W)
met een ingebouwde ventilator, die warme lucht de ruimte in kan blazen. Turbo
starten: turboknop op I (lampje brandt); turbo stoppen: turboknop op 0 (lampje
uit).
Om uit te schakelen zet u de AAN/UIT-schakelaar op 0 (uit). De kachel beëindigt
zijn werking. Neem nu de stekker uit het stopcontact.
Let op: een olie gevulde radiator koelt slechts langzaam af. Geef hem daartoe
voldoende tijd voordat u hem aanraakt of verplaatst (handgreep gebruiken!).
Beveiligingen
De kachel is voorzien van een omvalbeveiliging die de kachel uitschakelt wanneer
het onverhoeds om mocht vallen. Wanneer u het vervolgens weer rechtop zet
hervat het zijn werking, maar schakel het eerst uit, neem de stekker uit het
stopcontact en controleer de kachel op beschadigingen. Bij beschadiging of
afwijkend functioneren niet gebruiken maar ter controle/reparatie aanbieden!
De oververhittingsbeveiliging schakelt de kachel uit wanneer het inwendig te heet
wordt. Dat kan gebeuren wanneer de kachel zijn warmte onvoldoende kan afgeven
of te weinig frisse lucht kan aanzuigen. Doorgaans is de oorzaak dus (gedeeltelijke)
afdekking van de kachel, verstopping van de aanzuig- en/of uitblaasroosters,
27