00 is verwijderd, hoe meer frequenties er wor-
NL
den uitgefilterd (in het negatieve bereik: uit-
B
gaande van de hoge tonen, in het positieve
bereik: uitgaande van de lage tonen).
ECHO (instelbereik 001 tot 800)
Hoe hoger de waarde, hoe duidelijker het
echo-effect kan worden waargenomen.
3) Om het effect uit te schakelen, drukt u op de res-
pectieve effecttoets. Een gewijzigde effectpara-
meter blijft ook na het uitschakelen van het effect
opgeslagen en wordt pas bij het uitschakelen van
de speler gereset.
Opmerking: De drie effecten Flanger, Filter en Echo kun-
nen niet tegelijk worden gebruikt. Het geselecteerde effect
schakelt uit als een ander effect wordt ingeschakeld.
5.13.2 Scratcheffect
Schakel met de toets SCRATCH (17) de scratch-
functie in; de toetsopdruk licht op en in de tekstregel
(K) wordt SCRATCH weergegeven. Draai het draai-
plateau (8) heen en weer, (de SEARCH-functie mag
hierbij niet actief zijn
hoofdstuk 5.6).
Om de scratchfunctie uit te schakelen, drukt u
nog eens op de toets SCRATCH.
5.13.3 Achteruit afspelen
Druk op de toets REVERSE (16); de toetsopdruk
licht op en in de tekstregel (K) verschijnt REVERSE.
Bij gewone audio-cdʼs worden de tracks ook in de
bedrijfsmodus Auto-CUE continu zonder pauze ach-
teruit afgespeeld, tot het begin van de cd is bereikt.
Bij mp3-cdʼs eindigt het achteruit afspelen bij het
begin van de track.
Om terug te keren naar Vooruit afspelen, drukt u
opnieuw op toets REVERSE.
5.14 Eigen reeks tracks samenstellen
Als er alleen geselecteerde tracks in een bepaalde
volgorde moeten worden afgespeeld, dan kunt u een
reeks van max. 99 tracks programmeren.
negativo: empezando por las frecuencias
E
altas; en el rango positivo: empezando por las
frecuencias bajas).
ECHO (nivel de ajuste 001 a 800)
A mayor valor, más notable se hará el efecto
eco.
3) Para desactivar el efecto, pulse el correspon-
diente botón de efecto. Un parámetro de efecto
modificado permanece memorizado incluso des-
pués de desactivar el efecto; no vuelve al ajuste
básico hasta que se desconecta el lector.
Nota: Los tres efectos: Flanger, Filtro y Eco, no están dis-
ponibles al mismo tiempo. El efecto seleccionado se des-
activa cuando se activa otro efecto.
5.13.2 Efecto Scratch
Active la función Scratch con el botón SCRATCH
(17); la marca del botón se ilumina y en la línea de
texto (K) aparece SCRATCH. Gire el jog wheel (8)
hacia delante y hacia atrás (en este caso, la función
SEARCH no puede activarse
Para desactivar la función Scratch, pulse el botón
SCRATCH de nuevo.
5.13.3 Reproducción inversa
Pulse el botón REVERSE (16); la marca del botón
se ilumina y en la línea de texto (K) aparece
REVERSE. Con CDs de audio estándar, la repro-
ducción inversa de las pistas también es continua y
sin pausas en el modo de funcionamiento Auto-CUE
hasta que se llega al inicio del CD. Con CDs MP3, la
reproducción inversa se para en el inicio de la pista.
Para volver a la reproducción normal, pulse de
nuevo el botón REVERSE.
5.14 Creación de una secuencia de pistas
personal
Para reproducir sólo las pistas seleccionadas en un
orden definido, puede programarse una secuencia
de hasta 99 pistas.
32
5.14.1 Een reeks tracks programmeren
1) Schakel met de toets PLAY/ PAUSE (10) naar
pauze.
2) Om de programmeermodus op te roepen, drukt u
op de toets PROG (14) drukken, PROG (E) wordt
knipperend ingevoegd. Op het display verschijnt
het nummer van de eerste geheugenplaats
Bij mp3-cdʼs staat in de tekstregel (K) de naam
van de huidige map.
3) Selecteer de eerste track voor de reeks tracks; bij
mp3-cdʼs moet u evt. eerst de map selecteren,
dan pas de track
van de geselecteerde track wordt in het weerga-
veveld TRACK (B) weergegeven. Na het selecte-
ren van een track knippert het geheugenplaats-
nummer
4) Na selectie van de track drukt u op de toets
PROG om de invoer te bevestigen. Op het dis-
play verschijnt het nummer van de tweede
geheugenplaats
5) Sla alle andere tracks op dezelfde manier op. Als
er 99 tracks zijn opgeslagen en u probeert nog
een track op te slaan, verschijnt de melding
6) Om de weergave van de reeks tracks te starten,
drukt u op de toets PLAY/ PAUSE. PROG wordt
niet meer knipperend, maar permanent op het
display weergegeven. Op het display verschijnt,
met toevoeging "P" voor "Programma", in het
weergaveveld TOTAL TRACK (A) het totale aan-
tal van de geprogrammeerde tracks en in het
weergaveveld TRACK (B) het geheugenplaats-
nummer van de geselecteerde track
De tracks worden volgens de geselecteerde
bedrijfsmodus (
Het is steeds mogelijk om tussen afspelen en
pauze en het selecteren van tracks van de reeks
tracks om te schakelen.
Om weer naar de normale afspeelmodus
terug te keren, moet de reeks tracks worden
gewist
5.14.1 Programación de una secuencia de pistas
1) Ponga el lector en pausa con el botón
PLAY/PAUSE (10).
2) Para activar el modo de programación, pulse el
botón PROG (14); en el visualizador parpadea
PROG (E). El visualizador mostrará el número de
la primera memoria
de texto (K) muestra el nombre de la carpeta
actual.
3) Seleccione la primera pista de la secuencia; con
CDs MP3, seleccione la carpeta antes de selec-
cionar la pista, si es necesario,
El número de la pista seleccionada se indica en
campo de visualización TRACK (B). Después de
la selección de pista, parpadea la memoria
número
4) Después de seleccionar la pista, pulse el botón
PROG para confirmar. El visualizador mostrará el
número de la segunda memoria
apartado 5.6).
5) Memorice las demás pistas del mismo modo.
Cuando se han memorizado 99 pistas y se
intenta memorizar una más, aparece el mensaje
.
6) Pulse el botón PLAY/PAUSE para iniciar la
reproducción de la secuencia de pistas. PROG
deja de parpadear y queda permanentemente
indicado. Con el añadido "P" para "programa", el
visualizador muestra el número total de pistas
programadas en el campo de visualización
TOTAL TRACK (A) y el número de memoria de la
pista actual en el campo TRACK (B).
Las pistas se reproducen dependiendo del
modo de funcionamiento seleccionado (
tado 5.4). En cualquier momento se puede cam-
biar entre reproducción y pausa y seleccionar
pistas de la secuencia.
Para volver al modo de reproducción están-
dar, tiene que borrarse la secuencia de pistas
apartado 5.14.3.
hoofdstuk 5.3. Het nummer
.
.
hoofdstuk 5.4) afgespeeld.
hoofdstuk 5.14.3.
. Con CDs MP3, la línea
apartado 5.3.
.
.
5.14.2 Een reeks tracks corrigeren of aanvullen
1) Schakel met de toets PLAY/ PAUSE (10) naar
pauze.
2) Om de programmeermodus op te roepen, drukt u
op de toets PROG (14). Op het display verschijnt
het nummer van de volgende vrije geheugen-
.
plaats.
3) Met de toets PROG kunt u de geheugenplaatsen
– de bezette en de volgende vrije – na elkaar
selecteren.
— Om een geprogrammeerde track met een
andere track te overschrijven, selecteert u de
betreffende geheugenplaats van de track en
selecteert u de nieuwe track (
en bevestig met de toets PROG.
— Om een track aan de reeks tracks toe te voe-
gen, moet u de vrije geheugenplaats selecte-
ren en de track selecteren en bevestigen.
4) Start het afspelen van de reeks tracks met de
toets PLAY/ PAUSE. Het afspelen start met de
track die na de laatste keer drukken op de toets
PROG op het display werd weergegeven resp.
.
met de eerste track van de reeks tracks, als de
laatste weergave op het display de vrije geheu-
genplaats was.
5.14.3 Een reeks tracks wissen
Om een geprogrammeerde reeks tracks te wissen,
schakelt u met de toets PLAY/ PAUSE (10) in pauze.
Houd dan de toets PROG (14) ca. twee seconden
ingedrukt, tot het displaybericht PROG van het dis-
play verdwijnt.
De reeks tracks wordt ook gewist, als u de cd-
lade opent en het apparaat uitschakelt.
5.15 Faderstart
De functie van de toets PLAY/ PAUSE (10) kunt u
vanaf een mengpaneel met de faderstartfunctie op
afstand bedienen. Sluit hiervoor de jack REMOTE
5.14.2 Corregir o completar una secuencia
de pistas
1) Ponga el lector en pausa con el botón
PLAY/PAUSE (10).
2) Para activar el modo de programación, pulse el
botón PROG (14). El visualizador mostrará el
número de la primera memoria libre.
3) Con el botón PROG, las memorias – las que
están en uso y la siguiente libre – pueden selec-
cionarse sucesivamente.
— Para sobrescribir una pista programada con
otra pista, seleccione la memoria correspon-
diente de la pista y seleccione la pista nueva
(
apartado 5.3). Confirme con el botón
PROG.
— Para completar la secuencia de pistas con
otra pista, seleccione primero la memoria
libre, seleccione luego la pista y confirme.
4) Inicie la reproducción de la secuencia de pistas
con el botón PLAY/PAUSE. La reproducción se
inicia con la pista indicada en el visualizador des-
pués de la última acción del botón PROG o con
la primera pista de la secuencia si la memoria
libre se ha indicado en último lugar.
5.14.3 Borrar una secuencia de pistas
Para borrar una secuencia de pistas programada,
ponga el lector en pausa con el botón PLAY/PAUSE
(10). Mantenga pulsado el botón PROG (14) durante
unos 2 segundos hasta que desaparezca la indica-
ción PROG.
La secuencia de pistas programada también se
borra cuando se abre la bandeja del CD y cuando se
apar-
desconecta el aparato.
5.15 Inicio Fader
La función del botón PLAY/PAUSE (10) puede con-
trolarse remotamente mediante un mezclador con
función de inicio Fader. Para ello, conecte la toma
hoofdstuk 5.3)