All manuals and user guides at all-guides.com
NL
seconden). Begin met lassen en laat QSett de juiste parameterinstellingen
vaststellen.
Materiaalkeuze
Omdat verschillende materialen verschillende warmtegeleidingcoëfficiënten hebben,
is het noodzakelijk om de juiste materiaalgroep [H] te kiezen, zodat de juiste
materiaaldikte wordt aangenomen.
Instelling van de materiaaldikte
Stel de dikte van het te lassen materiaal in met de hulp van schakelaar [I]. Deze
schakelaar bepaalt de snelheid van de draadaanvoer [C]. De bijpassende spanning
wordt automatisch berekend door QSett. Tegelijkertijd wordt de aanbevolen
materiaaldikte bij de ingestelde snelheid van de draadaanvoer getoond [D]. De
aanbevolen materiaaldikte wordt berekend van de hoeklas, bij gebruik van de
volgende draaddiameters: Fe/Ss en CuSi --
0.8 mm, Al en CuSi --
1.0 mm. Indien
∅
∅
u een draad met een kleinere diameter gebruikt, verhoog dan de waarde van de
ingestelde materiaaldikte ten opzichte van het te lassen materiaal licht. Bij een
grotere draaddiameter dient u een iets kleinere materiaaldikte in te stellen.
Instellen van de boogtemperatuur
De boogtemperatuur kan worden ingesteld met de schakelaar QSett [F] in stappen
van --9 tot +9. De hoogste waarden geven een hetere boog (grotere booglengte),
waardoor de lassen holler worden en de penetratie dieper is. De laagste waarden
geven een koudere boog (kleinere booglengte), waardoor de lassen boller worden
en voorkomen wordt dat door het gelaste materiaal wordt heengebrand. Gewoonlijk
moet de waarde van QSett worden ingesteld op 0, waardoor een gemiddelde
boogtemperatuur wordt bereikt die in de meeste situaties voldoet. De
boogtemperatuur wordt aangeduid met het symbool van een thermometer.
6.3
Verandering van de polariteit
+/-- TERMINALS
De machine wordt geleverd met een laspistool dat is verbonden aan de positieve
pool. Voor sommige draden, bv. voor gevulde draden zonder gasbescherming, wordt
- - 106 - -
C200ih