4.9
Besturingskast (Tronic)
4.9.1
Besturingskast monteren
Montagepositie kiezen, daarbij moet het onderstaande
gegarandeerd zijn:
in de directe omgeving van de besturingskast is een
geaard stopcontact aanwezig.
De aansluitkabel van de afvalwaterpomp en vlotter-
schakelaar kunnen volgens voorschrift geïnstalleerd
en naar het besturingskast geleid worden.
De besturingskast moet veilig en correct worden
bevestigd.
Deksel van behuizing losschroeven.
Alle drie bevestigingsbouten monteren (boorsjabloon
wordt meegeleverd). Daarbij moet worden gegaran-
deerd, dat de afstand (A) tussen de schroefkoppen en het
bevestigingsvlak ca. 3 tot 4 mm bedraagt.
De besturingskast aan de drie schroeven hangen en iets
omlaag duwen. (1)
4.9.2
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Gevaar door foutief gedimensioneerd leidingwerk.
De installatie is uitsluitend voor gebruik met de meegeleverde (of gelijkwaardige) aansluitleidingen bedoeld. In geval
van twijfel met de fabrikant/leverancier overleggen.
De aansluitkabels correct van het reservoir naar de
besturingskast aanleggen (bijv. met een mantelbuis).
Zorg dat er voldoende kabellengte is voor het onderhoud
aan elektrische onderdelen.
Adereindhulzen (lengte 8 mm) op de kabeluiteinden aan-
brengen.
Deksel van behuizing losschroeven en verwijderen.
De aansluitkabel door de kabeldoorvoer voeren.
De aansluitkabels conform het aansluitschema op de
klemstrip bevestigen.
Daarvoor de betreffende kabelklem met een geschikte
schroevendraaier tegen de veerdruk in omlaag gedrukt
houden tot het kabeluiteinde is ingestoken.
Trekontlastingen voor alle aansluitkabels aanbrengen,
aanhaalmoment 0,5 Nm.
Accustekker op de accu aansluiten.
Kabel van de accu zo leggen dat de leds niet worden
bedekt of ingeklemd.
Het deksel van de behuizing aanbrengen en bevestigen,
aanhaalmoment 1,2 Nm.
016-233_01
83 / 116