Controleer dat vóór de elektrische installatie een aardlekschakelaar met
drempel van 0,03 A en een geschikte beveiliging tegen overbelasting aanwezig
is met inachtneming van de regels van de kunst en de geldende normenstelsels.
Sluit, indien gevraagd, de automatisering aan op een doeltreffend
aardingssysteem zoals wordt aangegeven door de geldende veiligheidsnormen.
De hantering van de elektronische onderdelen moet worden uitgevoerd door
zich te voorzien van antistatische geleidende armbanden die op de aarding zijn
aangesloten.
Voor de eventuele herstelling of vervanging van de producten mogen uitsluitend
originele reserveonderdelen gebruikt worden.
De installateur moet alle informatie verstrekken met betrekking tot de
automatische en de handmatige werking en de noodbediening van de
gemotoriseerde deur of poort, en moet de gebruiksaanwijzing van het systeem
overhandigen aan de gebruiker.
Werk niet in de buurt van scharnieren of bewegende mechanische onderdelen.
Blijft buiten de actieradius van de gemotoriseerde deur of poort terwijl ze in
beweging is. Bied geen weerstand aan de beweging van de gemotoriseerde
deur of poort omdat gevaarlijke situaties kunnen veroorzaakt worden.
De gemotoriseerde deur of poort kan worden gebruikt door kinderen van
minstens 8 jaar en door personen met verminderde fysieke, sensorische of
mentale capaciteiten, of zonder ervaring of noodzakelijke kennis, mits ze onder
toezicht staan of nadat ze instructies hebben ontvangen betreffende het veilige
gebruik van de inrichting en de gevaren begrijpen die ermee verbonden zijn.
Kinderen moeten bewaakt worden om te voorkomen dat ze binnen het bereik
van de gemotoriseerde deur of poort staan of ermee spelen.
Houd afstandsbedieningen en/of elke andere bedieningsapparatuur buiten het
bereik van kinderen om te voorkomen dat de gemotoriseerde deur of poort
onvrijwillig wordt geactiveerd.
Het niet respecteren van deze aanwijzingen kan gevaarlijke situaties
veroorzaken.
Elke herstelling of technische ingreep moet worden uitgevoerd door
personeel worden uitgevoerd.
In geval van storingen of een slechte werking van het product moet de
stroomschakelaar uitgeschakeld worden, en mag niet geprobeerd worden om
herstellingen uit te voeren of rechtsreeks in te grijpen: contacteer uitsluitend
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet verspreid
worden in het milieu en moeten uit de buurt van kinderen gehouden worden
omdat ze een gevarenbron zijn. Voer de inzameling en de recyclage van de
verpakkingselementen uit in overeenstemming met de bepalingen van de
geldende voorschriften. Deze instructies moeten bewaard worden, en ze moeten
doorgegeven worden aan eventuele volgende gebruikers van de installatie.
230