16
Signalering van de veiligheidsingangen en van de
bedieningen (modus TEST)
Als geen vrijwillige bedieningen zijn geactiveerd, moet op de toets TEST gedrukt worden en moet het volgende
gecontroleerd worden:
DISPLAY
MOGELIJKE OORZAAK
De greep van de deblokkering is ge-
opend.
(00 Sb)
Veiligheidscontact STOP geopend.
Contactlijst COS1 niet of verkeerd
aangesloten.
Contactlijst COS2 niet of verkeerd
aangesloten.
Fotocel FT1 niet of verkeerd aange-
sloten.
Fotocel FT2 niet of verkeerd aange-
sloten.
Beide eindschakelaars hebben een
open contact of zijn niet aangesloten.
De poort bevindt zich op de ein-
dschakelaar van de opening.
De eindschakelaar van de opening is
niet aangesloten.
De poort bevindt zich op de ein-
dschakelaar van de sluiting.
De eindschakelaar van de sluiting is
niet aangesloten.
In afwezigheid van de vrijwillige be-
diening kan het zijn dat het contact
(N.O.) defect is of dat de aansluiting
op een knop fout is.
In afwezigheid van de bediening kan
het zijn dat het contact (N.O.) defect
is of dat de aansluiting op de timer
fout is.
OPMERKING: Druk op de toets TEST om de modus TEST te verlaten.
Er wordt aanbevolen om de signaleringen van de status van de veiligheden en van de ingangen altijd op te lossen in de
modus "ingreep vanaf software".
INGREEP VANAF SOFTWARE
-
-
Indien deze niet wordt gebruikt of
moet uitgesloten worden, moet de
parameter
ingesteld worden.
Indien deze niet wordt gebruikt of
moet uitgesloten worden, moet de
parameter
ingesteld worden.
Indien deze niet wordt gebruikt of
moet uitgesloten worden, moet de
parameter
en
steld worden.
Indien deze niet wordt gebruikt of
moet uitgesloten worden, moet de
parameter
en
steld worden.
-
Als de aanduiding van de eindscha-
kelaar fout is, moet de instelling
van de parameter
gecontroleerd
worden.
-
Als de aanduiding van de eindscha-
kelaar fout is, moet de instelling
van de parameter
gecontroleerd
worden.
-
-
-
-
-
-
TRADITIONELE INGREEP
Sluit de greep van de deblokkering en
draai de sleutel in de sluitpositie.
Controleer de aansluiting op het contact
van de deblokkering.
Installeer een STOP knop (N.C.) of
overbrug het contact ST met het contact
COM.
Indien deze niet wordt gebruikt, moet het
contact COS1 overbrugd worden met het
contact COM.
Indien deze niet wordt gebruikt, moet het
contact COS2 overbrugd worden met het
contact COM.
Indien deze niet wordt gebruikt, moet het
contact FT1 overbrugd worden met het
inge-
contact COM.
Controleer de aansluiting en de referen-
ties van het aansluitschema.
Indien deze niet wordt gebruikt, moet het
contact FT2 overbrugd worden met het
inge-
contact COM.
Controleer de aansluiting en de referen-
ties van het aansluitschema.
Controleer de aansluiting van de ein-
dschakelaar.
-
Controleer de aansluiting van de ein-
dschakelaar.
-
Controleer de aansluiting van de ein-
dschakelaar.
Controleer de contacten PP - COM en de
aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten CH - COM en de
aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten AP - COM en de
aansluitingen van de knop.
Controleer de contacten PED - COM en de
aansluitingen op de knop.
Controleer de contacten ORO - COM.
Het contact mag niet overbrugd worden
als het niet wordt gebruikt.
255