= 0,5 MPa (5,0 bar)
spray
= 2,5 MPa (25 bar)
eco
= 4,6 MPa (46 bar)
clean
14
Stel de voor uw toepassing optimale
sproeistraal in op de "4 in 1 sproeikop" (F).
= vlakke straal 15°
= vlakke straal 60°
= turbofrees
= puntstraal
Wij raden de volgende instellingen aan:
= Plantenbeschermingsset
(accessoires niet inbegre-
pen bij levering)
spray eco clean
AANWIJZING!
Bij gebruik van de straalpijp (onderdeel van
de plantenbeschermingsset) kan in de
modus "spray"-fase mogelijk niet genoeg
vloeistof worden aangezogen. Schakel in dit
geval het apparaat even over naar de modus
"eco" tot de aanzuigslang (H) is gevuld.
Zodra er voldoende vloeistof stroomt, scha-
kelt u het apparaat terug naar "spray".
7.4.1 Werken met de "4 in 1 sproeikop"
Combineer de ingestelde druk met de
"4 in 1 sproeikop". Wij raden de volgende
instellingen aan:
+
= Oppervlakterein-
iging bij gemid-
delde vervuiling
spray eco clean
+
+
= Oppervlaktereinig-
ing bij sterke ver-
vuiling
spray eco clean
+
= Sporadische reini-
ging bij sterke ver-
vuiling
AANWIJZING!
Zorg voor een veilige houding aangezien
de waterstraal een redelijk grote stoot-
kracht op het apparaat uitoefent (afhanke-
lijk van de geselecteerde bedrijfsmodus).
Houd het apparaat altijd met 2 handen
vast.
ATTENTIE
Materiële schade door hoge druk! Een te
hoge
waterdruk
beschadigen. Houd bij geverfde opper-
vlakken een straalafstand aan van min-
stens 30 cm. Reinig gevoelige oppervlak-
ken niet met de turbofrees (bijv. hout,
banden, geverfde oppervlakken etc.).
15
Zet de spuitstraal aan met de activerings-
hendel (L) in het handvat van het spuit-
pistool (N) en begin met reinigen.
16
AANWIJZING!
Druk op de PowerControl-knop (M) om
eenvoudiger en energiebesparend te
werken. Hierdoor wordt de weerstand van
de activeringshendel (L) aanzienlijk gere-
duceerd!
7.4.2 Werken met de sproeier
17
18
-
Monteer de sproeier (J) voor plant-
en tuinirrigatie en begin met
sproeien.
= Sproeier
Combineer de ingestelde druk met de
sproeier (J). Wij raden bijvoorbeeld de
volgende instelling aan:
+
spray
eco
clean
7.4.3 Werkonderbrekingen
19
Laat bij werkonderbrekingen de active-
ringshendel (L) op het spuitpistool (N) los
en vergrendel de activeringshendel (L).
De pomp in
meer in bedrijf, maar het apparaat zelf
blijft operationeel. Wanneer een onder-
breking langer duurt dan 5 minuten scha-
kelt de
stand-bymodus (groene statusindicato-
ren knipperen).
61
kan
oppervlakken
= plantenirrigatie
is niet
naar de