NL
7 INSTELLINGEN
7.1
Instelling oproepen - Algemeen
1.
Hoofdmenu oproepen.
Opmerking: Het sterretje * voor het menu-
punt geeft aan dat het zojuist is geselecteerd.
2.
*"Instellingen"
3.
Gewenst menupunt selecteren.
4. Instellingen uitvoeren.
Opmerking: De menupunten worden in de
paragrafen hierna beschreven.
5.
Teruggaan naar het hoofdmenu.
OPMERKING
Verdere menupunten: zie Hoofdstuk 5.2
"Basisinstellingen uitvoeren", pagina 86.
7.2
Geluidssignaal knopbediening
activeren/deactiveren
1.
*"Geluidssignaal knopbedie-
ning"
2. Geluidssignaal knopbediening activeren/de-
activeren:
■
"Activeren"
Geluidssignaal knopbediening activeren.
■
"gedeact."
Geluidssignaal knopbediening deactive-
ren.
7.3
Maaiprogramma instellen
7.3.1
Maaiprogramma instellen - Algemeen
1.
Hoofdmenu oproepen.
2.
*"Programma"
3.
Menupunt selecteren.
4. Instellingen uitvoeren.
Opmerking: De menupunten worden in de
paragrafen hierna beschreven.
7.3.2
Startpunten instellen (alleen bij
Robolinho 1100)
Startpunten teachen
1. Apparaat in het basisstation plaatsen.
2.
Apparaat inschakelen.
3.
Hoofdmenu oproepen.
4.
*"Programma"
5.
*"Startpunten"
6.
*"Startpunten teachen"
88
:
:
7.
*"Start teachrun voor start-
.
punten"
■
"Start"
langs de begrenzingskabel.
■
"Hier"
wenste startpunt heeft bereikt. Het start-
punt wordt opgeslagen.
8. "Stel startpunt 1 in"
teachrun geen startpunt is vastgelegd. Als er
hier geen startpunt wordt vastgelegd, worden
de startpunten automatisch vastgelegd.
9. "Startpunt x: XXm", als het laatste start-
punt is bereikt.
Startpunten met de hand vastleggen (01)
Het eerste startpunt (01/X0) is vooraf ingesteld
en bevindt zich 1 m rechts naast het basisstation.
Achter dit punt kunnen er maximaal 3 verdere
startpunten (X1 t/m X3) worden geprogram-
meerd. Houd bij het vastleggen van de startpun-
ten rekening met het volgende:
■
Stel de startpunten niet te ver verwijderd van
het basisstation en niet te dicht bij elkaar in
(02/f).
■
Gebruik slechts zoveel startpunten als nodig.
1.
*"Startpunten"
2.
*"Punt X1 bij [020m]"
Met
een cijfer selecteren en telkens
met
bevestigen.
3.
*"Punt X2 bij [075m]"
Met
een cijfer selecteren en telkens
met
bevestigen.
4. Verdere startpunten vastleggen indien nodig.
5.
Teruggaan naar het hoofdmenu.
7.3.3
Maaitijden instellen
OPMERKING
Tussen de programmering van de maai-
tijden en het starten van het maaien
moeten 30 minuten liggen. Indien niet
start het apparaat pas op het volgende
geprogrammeerde maaitijdstip.
Instellingen
. Het apparaat beweegt
, als het apparaat het ge-
, als bij de
Robolinho 1100/110