verder vereenvoudigen en bovendien het rendement
van de installatie verhogen.
4.3
Aanwijzingen voor de installatie
4.3.1
Veranderingen in de omgeving van de warm-
waterboiler
U mag geen veranderingen uitvoeren:
- aan de warmwaterboiler
- aan de leidingen
- aan het veiligheidsventiel
- aan bouwconstructies die de bedrijfsveiligheid van het
toestel kunnen beïnvloeden
4.3.2 Veiligheidsventiel en afblaasleiding
Sluit nooit de afblaasleiding van het veiligheidsventiel!
Bij het verwarmen wordt het watervolume vergroot.
Daarom komt er uit de afblaasleiding van het veilig-
heidsventiel heet water.
Leid daarom de afblaasleiding naar een geschikte afvoer
waar geen verbrandingsgevaar bestaat.
Het veiligheidsventiel dient zo nu en dan met de hand te
worden bediend om het vastlopen door kalkafzettingen
te voorkomen.
4.4
Afmetingen
1702
0-10
650
245
128
81
198
326 454
Afb. 4.2 Afmetingen
Installatiehandleiding geoSTOR VDH 300/2 0020030714_04
1282
617
222
544
698
Montage en installatie 4
4.5
Vereisten aan de plaats van opstelling
Neem bij de keuze van de plaats van opstelling de vol-
gende aanwijzingen in acht.
- Installeer het toestel niet in ruimtes waar vorstgevaar
bestaat!
- Let erop dat de ondergrond voldoende stevig is!
- Houd bij de keuze van de plaats van opstelling
rekening met het toestelgewicht van de gevulde
warmwaterboiler.
- Het toestel mag alleen op een vaste ondergrond
worden geïnstalleerd.
- Om energieverlies te vermijden, dienen conform de
huidige voorschriften voor verwarmingsinstallaties
(HeizAnIV) alle aansluitleidingen van een warmte-iso-
latie te worden voorzien.
- De plaats van opstelling moet zodanig worden geko-
zen, dat de leidingen goed geplaatst kunnen worden.
4.6
Vereiste montageruimtes
Zowel voor de opstelling van het toestel als voor de uit-
voering van latere inspectie- en onderhoudswerkzaam-
heden hebt u de volgende vrije montageruimtes nodig:
- 300 mm boven de boiler
- 600 mm aan de voorkant
- 300 mm achter het toestel
Houd bovendien rekening met voldoende plaats aan de
zijkant om de toegang tot een daarnaast opgestelde wa-
terpomp te garanderen.
4.7
Toestel uitpakken en opstellen
De warmwaterboiler wordt staand op een pallet en in
plastic folie verpakt geleverd. Voor het transport is de
boiler aan de pallet geschroefd, de stelvoeten worden
meegeleverd.
• Breng de warmwaterboiler naar de plaats van opstel-
ling.
• Kantel de boiler en leg hem op zijn achterkant, zodat
hij op de verpakkingskussens ligt.
• Draai de schroeven los waarmee de boiler aan de pal-
let is vastgeschroefd.
• Schroef de stelvoeten in de stelvoet-buizen.
• Stel de boiler opnieuw op en verwijder de verpakking.
• Controleer de omvang van de levering (zie hoofd-
stuk 4.1).
NL, BE
7
NL