2.2
Functiebeschrijving
De SOMNOvent S functioneert volgens het
principe van een elektrisch bedreven flow-
generator met twee drukniveaus die elek-
tronisch worden geregeld.
•
Een radiale ventilator zuigt omgevings-
lucht aan via een filter
teert dit naar de uitgang van het
apparaat
. Van hier stroomt de lucht
7
door het slangensysteem
nasale masker
•
Een druksensor meet de aanwezige
druk in het nasale masker
slangensysteem
kent aan de schommelingen van de
luchtstroming het in- en uitademen. De
microprocessorgestuurde flowgenera-
tor regelt de druk op de ingestelde
IPAP- en EPAP-waarde.
•
De SOMNOvent S bepaalt het juiste trig-
gertijdstip uit de schommelingen van de
luchtstroom in het apparaat. Daarbij
past het zich ook aan veranderde
ademdieptes aan zoals deze bijv. in de
verschillende slaapstadia voorkomen.
Wanneer het apparaat lagere tijd met
open masker wordt gebruikt, wordt er
een zeer hoge stroming ingesteld. De
aanpassing aan de geringere luchtdoor-
stroming bij opgezet masker kan in dit
geval tot enkele minuten duren.
•
Wanneer er niet in het apparaat wordt
geademd, wordt de druk met een mini-
male frequentie van 6 ademhalingen
per minuut omgeschakeld.
•
Er is een softstart-automaat ingebouwd
om het inslapen te vergemakkelijken.
De expiratore druk wordt op de door de
arts ingestelde begindruk omlaag gere-
geld. De inspiratore druk wordt op 2
en transpor-
27
en het
12
naar de patiënt.
14
en in het
14
. Een flowsensor her-
12
2.2
Descrizione del
funzionamento
SOMNOvent S funziona secondo il principio
di un generatore di flusso ad azionamento
elettrico con due livelli di pressione che ven-
gono regolati elettronicamente.
•
Una ventola radiale aspira l'aria am-
biente attraverso un filtro
glia verso l'uscita dell'apparecchio
qui, l'aria scorre attraverso il tubo flessi-
bile
e la maschera nasale
12
raggiungere il paziente.
•
Un apposito sensore misura la pressione
presente nella maschera nasale
tubo flessibile
riconosce l'inalazione e l'espirazione
dalle oscillazioni del flusso d'aria. Il ge-
neratore di flusso, gestito da micropro-
cessore, regola la pressione sul valore
IPAP ed EPAP impostato.
•
SOMNOvent S rileva il momento giusto
di intervento in base alle oscillazioni del
flusso d'aria nell'apparecchio. Si adatta
quindi al variare della profondità del re-
spiro, ad esempio durante i diversi stadi
del sonno. Quando l'apparecchio viene
utilizzato per un periodo prolungato
con maschera aperta, si crea un flusso
molto elevato. L'adattamento ad un
flusso d'aria inferiore quando la
maschera è applicata può durare in
questo caso anche alcuni minuti.
•
Se il paziente non respira nell'apparec-
chio, la pressione viene commutata con
una frequenza minima di 6 respiri al
minuto.
•
Per facilitare il sonno, è installato un
dispositivo automatico di avvio docile.
La pressione espiratoria viene abbassata
alla pressione iniziale impostata dal
medico. La pressione inspiratoria viene
e la convo-
27
fino a
14
14
. Un sensore di flusso
12
NL
IT
. Da
7
e nel
11