Onderhoud
7
12. Sluit de bougiekabel aan. Maai een klein stuk en
controleer de werking van de mesrotatiehendel
nogmaals.
13. Wanneer u de mesrotatiehendel in de
ONTKOPPELDE stand zet, dan stopt elke beweging
binnen vijf seconden. Als de riem nog beweegt of als
de messen blijven ronddraaien, zet de
mesrotatiehendel dan vijf keer aan en weer uit om
overtollig rubber van een nieuwe maaieraandrijfriem
te verwijderen. Hebt u hierbij hulp nodig, breng de
machine dan naar een erkend servicecentrum.
14. Als u de maaieraandrijfriem vervangt, verplaats de
mesaandrijfveer (2) dan naar het bovenste gat (3)
(zie Figuur 13).
De koppeling controleren en afstellen
Als de aandrijfriem niet strak staat, dan zal de koppeling
bij het oprijden van een helling en bij het trekken van een
zware last gaan slippen; of de machine wil niet
meervooruitgaan. U stelt de koppeling als volgt af.
WAARSCHUWING
Maak eerst de bougiekabel los voordat u een
controle, afstelling of reparatie aan de machine
uitvoert. Verwijder de bougiekabel om te
voorkomen dat de motor per ongeluk gestart kan
worden.
1. Controleer het traject van de aandrijfriem. Controleer
of de riem juist is geïnstalleerd en zich binnen alle
riemgeleiders bevindt.
2. Verwijder de splitpen (1), sluitring (2) en remveer (3)
van de stelmoer (4) (zie Figuur 15).
3. Maak de stelmoer los van het remhefboomsamenstel
(5) en de parkeerrempal (6).
4. Lijn het gat in de remhefboom uit met het gat in het
chassis. Houd de remhefboom op z'n plaats met een
6mm pen of bout (7).
5. Trek de koppelingsstang naar voren totdat die vastzit.
7
Draai aan de stelmoer totdat de moer door het gat in
de remhefboom gaat.
6. Monteer de stelmoer aan de parkeerrempal,
remhefboom en remveer. Maak het geheel vast met
de sluitring en splitpen.
7. Verwijder de 6mm pen of bout.
8. Als de riem nog steeds slipt nadat de koppeling is
bijgesteld, dan is de aandrijfriem versleten of
beschadigd en moet deze worden vervangen. Zie
"De aandrijfriem vervangen."
Figuur 14
3
2
1
22
4
6
5
7
nl
Figuur 15