Bediening
De mulchverdelerplaat installeren
1. Zet de keerplaat (1) omhoog (zie Figuur 8). Bevestig
de onderrand van de mulchverdelerplaat
(4) aan het maaidek.
2. Schuif de bovenzijde van de mulchverdelerplaat (4)
onder de keerplaatsteun (5) (zie Figuur 9).
3. Zet de mulchverdelerplaat met twee vleugelmoeren
(2) en twee slotschroeven (3) vast (zie Figuur 8).
4
Mulchverwerkingstips
Wanneer u een mulchhulpstuk gebruikt, wordt het gras in
heel fijne stukjes gemaaid. Deze fijne stukjes worden snel
in de bodem afgebroken. Omdat de voedingsstoffen aan
de bodem worden teruggegeven, zal het gazon met
minder kunstmeststof toe kunnen. Volg onderstaande
stappen op voor het op de juiste wijze mulchen van het
gras.
1. Zet de gashendel (7) in de stand SNEL (FAST) (zie
Figuur 7). Laat de maaimachine op een langzamere
grondsnelheid werken. Als de grondsnelheid te hoog
is, zal het gras geen egale snede hebben.
2. Zorg dat er altijd een scherpe kant op het mes zit.
Een mes dat niet scherp is, zorgt ervoor dat de
uiteinden van het gras bruin worden.
3. Controleer of het gras droog is. Nat gras laat zich
moeilijk maaien.
4. Stel de hoogte van het maaidek zo in dat alleen het
bovenste derde deel van het gras wordt afgemaaid.
Als het gras te hoog is, stel de hoogte van het
maaidek dan in op de maximale hoogte. Laat het
maaidek daarna zakken en maai het nog
een keer na. Ook kunt u, in plaats van de volle
breedte van het maaidek te gebruiken, op de halve
breedte ervan mulchen.
5. Maak de onderkant van het maaidek schoon. Gras
en andere rommel kunnen er de oorzaak van zijn
dat de maaimachine niet meer goed werkt.
6. Als het gras snel groeit, mulch dan vaker.
7. Als voor een gebied verbetering nodig is, mulch dan
nog een keer na.
5
Figuur 9
Met het maaidek werken
WAARSCHUWING
De keerplaat is een beveiligingsinrichting.
Verwijder de keerplaat niet. De keerplaat leidt het
uitgeworpen materiaal naar de grond. Houd de
keerplaat altijd in de OMLAAG staande stand. Als
de keerplaat beschadigd is, vervang die dan door
een bij een erkend servicecentrum verkrijgbaar
origineel onderdeel.
BELANGRIJK: Wanneer u met het maaidek werkt,
doe dat dan altijd met de gashendel in de stand
SNEL (FAST).
1. Start de motor.
2. Zet de parkeerrem (6) vrij (zie Figuur 7).
3. Zet de hefhendel (5) in een maaihoogtestand. Maai
hoog of dik gras eerst in de hoogste stand en laat het
maaidek daarna in een lagere stand zakken.
4. Zet de gashendel (7) in de stand LANGZAAM
(SLOW).
5. Zet de mesrotatiehendel (1) langzaam in de
INGESCHAKELDE stand.
6. Zet de gashendel in de stand SNEL (FAST).
7. Duw het acceleratiepedaal (8) langzaam in tot de
gewenste snelheid.
OPMERKING: Wanneer u in zwaar gras of met een
opvangbak maait, gebruik dan een langzame
vooruitversnelling.
8. Controleer of het maainiveau nog juist is. Maai eerst
een klein stukje en bekijk vervolgens het net
gemaaide oppervlak. Als het maaidek niet egaal
maait, zie dan "Het maaidek horizontaal stellen" in de
sectie Onderhoud.
WAARSCHUWING
Zorg voor een veilige snelheid om de machine
beter onder controle te kunnen houden.
16
nl