NEDERLANDS
CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE REMKABEL
LET OP!
Als de servicerem (6) langere tijd wordt gebruikt, vooral op hellingen, kunnen de remblokken sneller slijten. Zorg
dat het remsysteem altijd in optimale staat is.
Als de slag van het servicerempedaal bij het begin van het
remmen en bij gebruik van de remtrommels meer dan 1/3 van
de totale slag (A, Afb. 4) kan worden ingedrukt, stel de remkabel
dan af zoals aangegeven.
1.
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2.
Draai de contactsleutel (61) naar stand '0'.
3.
Plaats wiggen tegen over elkaar bij de achterwielen zodat
de machine niet uit zichzelf kan bewegen.
4.
Draai het voorwiel naar rechts, ongeveer 90°, zodat het
remsysteem toegankelijk wordt.
5.
Controleer de slijtage van de remtrommels (B, Afb. 5).
De dikte (C) van de remblokken mag niet minder dan 1 mm
zijn.
Neem waar nodig contact op met een servicecentrum om
de remtrommels te laten afstellen/vervangen.
6.
Draai de contramoer en de moer (D) los om de remkabel af
te stellen.
7.
Draai de moer totdat de afstand tussen de remschijf en de
remtrommels 0,5 mm is.
8.
Draai de contramoer vast op de moer (D).
9.
Verwijder de wiggen van de achterwielen.
Controleer of de remkabel goed is afgesteld door de machine
met de hand te duwen (de machine mag niet afremmen).
Voer enkele remhandelingen uit en controleer daarna de
werking van de servicerem en de parkeerrem.
Als de remkabel niet meer kan worden afgesteld en het
remsysteem nog steeds niet goed werkt, neem contact op met
een servicecentrum.
WAARSCHUWING!
Alle procedures voor controle/afstelling/
vervanging van het remsysteem worden in het
werkplaatshandboek beschreven.
22
GEBRUIKSAANWIJZING
SW4000, FLOORTEC R 870 - 1464809000
1/3
A
Afbeelding 4
C
B
D
B
Afbeelding 5
P100769
0,5 mm
0,02 in
B
B
P1007670
03/2013