Incidenteel contact van het oppervlak van de netvoedingsstekker en de netvoedingska-
bel met water, zeep of een desinfectieoplossing op waterbasis voor ziekenhuisdoelein-
den zorgt niet voor schade aan het materiaal van deze voorwerpen. Zorg dat er geen
vloeistof in de behuizing kan binnendringen.
5
Onderhoud
5.1 Controle lichtoutput
1. Zorg dat het lichtvenster schoon is en geen krassen heeft, anders neemt de lichtout-
put af en kan daardoor onvoldoende zijn voor het uitharden van het materiaal.
2. Controleer de lichtintensiteit van de SmartLite
tig, om een goede uitharding te krijgen. Gebruik daarvoor een in de handel verkrijg-
bare radiometer. Aangezien radiometers sterk van elkaar kunnen verschillen, wordt
de volgende procedure aangeraden.
3. Controleer als u de SmartLite
ter naar eigen keuze en noteer de gemeten waarde. Deze eerste waarde is alleen
bedoeld als referentiewaarde en staat niet noodzakelijkerwijs voor de daadwerkelijke
lichtintensiteit.
4. Controleer daarna de lichtintensiteit met dezelfde radiometer die voor de eerste refe-
rentiewaarde is gebruikt en vergelijk de gemeten waarde met de intensiteit die bij de
referentiewaarde gemeten is.
5. Als de radiometerwaarde onder de intensiteit van de referentiewaarde valt, kan het
lichtrendement worden gecontroleerd met behulp van de i.Cure. Zet de i.Cure op een
blad papier, op een vlakke ondergrond. Kies het i.Cure-segment volgens de vereiste
staphoogte (zorg ervoor dat de staphoogte overeenkomt met twee keer de uithar-
dingsdiepte die bevestigd moet worden). Vul met composiet. Houd de SmartLite
Focus
dichtbij de bovenste opening en hard het materiaal uit. Als het materiaal bij
®
de onderste opening is uitgehard (d.w.z. dat het niet kan worden weggeschraapt met
een plastic spatel) komt de uithardingsdiepte volgens ISO 4049:2009 overeen met
de helft van de gekozen staphoogte. Als de i.Cure-test met succes is afgerond, is de
SmartLite
Focus
®
6. Als de lichtoutput onder de referentiewaarde ligt en ook de i.Cure-test geen goed
resultaat heeft opgeleverd, gebruik de SmartLite
5.2 Batterij
2
• De batterij is voorzien van een technologie die zelfontlading tegengaat, wat zorgt
voor een lange levensduur.
• De batterij is bij aankoop al opgeladen en kan dus direct worden gebruikt. Opladen
voor u het apparaat voor het eerst gebruikt kan de eerste gebruiksduur verbeteren,
maar is niet verplicht.
• Als het batterijlampje groen knippert
terij helemaal is opgeladen, blijft het batterijlampje continu groen branden. Het duurt
ongeveer 3 uur voor de batterij volledig is opgeladen. SmartLite
met slimme oplaadtechnologie (Smart Recharging Technology). Afhankelijk van de
batterijtoestand kiest de SmartLite
de automatische sneloplaadstand (snel knipperend groen lampje) of standaard-op-
laadstand (knippperend groen lampje).
• Met de automatische sneloplaadstand van de SmartLite
minimaal 5 minuten na een oplaadduur van 10 minuten.
• Als het batterijlampje snel geel knippert
opgeladen. Als dit gebeurt, is er nog ongeveer 1 minuut aan uithardingsduur over
om de behandeling mee te kunnen afronden. Gedurende die periode vermindert de
lichtoutput niet. Na die periode schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit en het
batterijlampje blijft permanent geel branden om aan te geven dat de batterij opnieuw
moet worden opgeladen.
Focus
®
klaar voor gebruik.
®
Focus
®
Focus
-polymerisatielamp regelma-
®
®
ontvangt de lichtintensiteit met een radiome-
®
Focus
®
®
, wordt de batterij opgeladen. Als de bat-
1.2
automatisch of wordt opgeladen volgens
®
®
, moet de batterij opnieuw worden
1.3
dan niet meer.
Focus
is uitgerust
®
®
Focus
werkt het apparaat
®
®
96