Nederlands
■ Als de grasmaaier of het mes niet wordt
onderhouden of gerepareerd zoals beschre‐
ven in deze gebruiksaanwijzing, kunnen
onderdelen niet meer naar behoren functione‐
ren en kunnen veiligheidsvoorzieningen buiten
werking worden gezet. Personen kunnen ern‐
stig of dodelijk letsel oplopen.
► Vervang versleten of beschadigde onderde‐
len.
► Onderhoud en repareer de grasmaaier en
de messen zoals in deze gebruiksaanwij‐
zing beschreven staat.
► Voer onderhoud aan het mes uit zoals in
deze gebruiksaanwijzing beschreven staat.
■ Tijdens het reinigen, onderhoud uitvoeren of
repareren van het mes kan de gebruiker zich
snijden aan de scherpe snijranden. De gebrui‐
ker kan letsel oplopen.
► Draag werkhandschoenen van stevig mate‐
riaal.
■ Tijdens het slijpen kan het mes heet worden.
De gebruiker kan zich branden.
► Wacht totdat het mes is afgekoeld.
► Draag werkhandschoenen van stevig mate‐
riaal.
5
Grasmaaier bedrijfsklaar
maken
5.1
Grasmaaier bedrijfsklaar
maken
Voorafgaand aan de werkzaamheden moeten
altijd de volgende stappen worden gezet:
► Verwijder het verpakkingsmateriaal en de
transportvergrendelingen.
► Controleer of de volgende onderdelen in een
veilige toestand verkeren:
– Grasmaaier,
4.6.1.
– Mes,
4.6.2.
► Reinig de grasmaaier,
► Controleer het mes,
► Monteer de duwstang,
► Vul motorolie bij,
► Klap de duwstang omhoog,
► Tank de grasmaaier bij,
► Als er wordt gemaaid en het gemaaide gras in
de grasopvangbox moet worden opgevangen:
haak de grasopvangbox vast,
► Als er wordt gemaaid en het gemaaide gras
aan de achterkant moet worden uitgeworpen:
haak de grasopvangbox los,
► Stel de snijhoogte in,
► Controleer de bedieningsorganen,
238
15.
10.2.
6.1.
6.3.
8.1.
7.
6.2.2.
6.2.3.
11.2.
10.1.
5 Grasmaaier bedrijfsklaar maken
► Als de stappen niet kunnen worden uitge‐
voerd: gebruik de grasmaaier niet en neem
contact op met een STIHL vakhandelaar.
6
Grasmaaier in elkaar zet‐
ten
6.1
Duwstang monteren
► Schakel de motor uit.
► Plaats de grasmaaier op een vlakke onder‐
grond.
► Steek de hulzen (1) op de houders (2).
► Steek de bout (3) door de kabelgeleider (4).
► Haak de kabel (5) in de kabelgeleiding (4)
vast.
► Houd de duwstang (6) zodanig op de hou‐
ders (2) dat de gaten uitgelijnd zijn.
► Schuif de bouten (3) van binnen naar buiten
door de gaten.
► Steek de snelspanners (7) op de bouten (3) en
draai ze in.
► Klap de snelspanners (7) in de richting van de
duwstang dicht.
De duwstang (6) is vast met de houders (2)
verbonden en de snelspanners (7) liggen dicht
tegen de duwstang (6) aan.
0478-111-9950-A