Anti-Tip Wielen; Stoel; Zitdiepte; Krukkenhouder - Quickie ARGON Notice D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 37

anti-tip wielen

quickie/argon veiligheidswielen
(anti-tip wielen).
(Fig. 6.32)
Sunrise Medical adviseert anti-
tip wielen voor alle rolstoelen.
Wanneer u de anti-tip wielen
aanbrengt, gebruik een
aanzetmoment van 12 Nm.
1. De anti-tip wielen in de klem schuiven.
a. Druk op de achterste knop van de anti-tip wielen, zodat beide
vergrendelingspennen naar binnen worden getrokken.
b. Schuif de veiligheidswielen (1) in de veiligheidswieladapter
(2).
c. Draai de veiligheidswielen naar beneden tot de
ontsluitingspen in de klem is bevestigd.
d. Breng het tweede anti-tip wiel op dezelfde wijze aan.
2. De anti-tip wielen instellen (Fig. 6.32)
Om de juiste afstand van de grond van ongeveer 3,5 tot 5 cm
te verkrijgen, moeten de veiligheidswielen omhoog of omlaag
worden geschoven. Druk op de ontsluitingsknop van de anti-tip
wielen, zodat beide ontsluitingspennen naar binnen worden
getrokken. Beweeg de binnenbuis omhoog of omlaag om in
de aangebrachte hoogtegaten te vallen. Laat de knop los.
!
Breng het tweede anti-tip wielen op dezelfde wijze aan. De
hoogte van beide wielen moet gelijk zijn.
waarschuwIng!
Wanneer de anti-tip wielen verkeerd zijn aangebracht, wordt
het gevaar op achterwaarts kantelen groter. U moet de anti-tip
wielen omhoog duwen wanneer u over grote obstakels rijdt,
zoals stoepranden. Zo voorkomt u dat de wieltjes de grond
raken. Draai ze terug in hun positie voor normaal gebruik.

stoel

zittingbespanning
Verwijder de schroeven aan de
linkerkant van de bespanning.
Pas het VELCRO®-materiaal
aan om de spanning van de
zittingbespanning te vergroten.
Draai de schroeven weer aan.
Als het moeilijk is de schroeven
weer op hun plaats te krijgen,
probeer dan de gaten met een scherp voorwerp te vinden.
Verzeker u ervan dat de plastic basis in de correcte positie staat
voordat de schroeven weer worden aangedraaid.

zitdiepte

zitdiepte aanpassing (optioneel)
(Fig. 5.34)
Door de optionele cylinder als slot
te gebruiken, kunnen de rugbuizen
1" of 2" (2,5 cm of 5 cm) verder
terug worden bewogen dan met het
speciale zitslot.
1. Stel voor het aanbrengen vast,
welk rugleuningsysteem wordt
gebruikt en hoeveel de diepte moet worden aangepast.
2. Als een toename in zittingsdiepte van ongeveer 2,5 cm nodig
is, wordt schroef (1) in gat 1 geschroefd.
3. Als een toename in zittingsdiepte van ongeveer 5 cm nodig
is, wordt schroef (1) in gat 2 geschroefd.
0505/2/ST-000690645.EMS 1B
Fig. 6.32
2
1
Fig. 6.33
Fig. 6.34
3
1
2

krukkenhouder

krukkenhouder (Fig. 6.35)
Hiermee kunt u krukken meenemen op
de rolstoel. De krukkenhouder heeft een
Velcro lus waarmee u de krukken of andere
hulpmiddelen kunt vastmaken.
opgelet:
Probeer de krukken of andere hulpmiddelen
nooit al rijdend te verwijderen.

transitwielen

transitwielen (Fig. 6.36)
U kunt transitwielen gebruiken wanneer uw
rolstoel met zijn gewone achterwielen te
breed is (bijv. in vliegtuigen, bussen, enz.).
Nadat u de achterwielen met behulp van de
quick-release-assen hebt verwijderd, kunt u
de transitwielen onmiddellijk gebruiken om te
blijven rijden. De transitwielen zijn zodanig
gemonteerd dat ze zich ongeveer 3 centimeter
boven de grond bevinden wanneer u ze niet
gebruikt. Ze zitten dus niet in de weg wanneer
u rijdt, tijdens vervoer of wanneer u de rolstoel
kantelt om over hindernissen te rijden (bijv. stoepranden,
trappen, enz.).
opgelet:
Uw rolstoel heeft geen wielvergrendelingen wanneer u de
transitwielen gebruikt.
opmerkIng: Wanneer de rolstoel met de transitwielen
en veiligheidswielen moet worden uitgerust, moet de
transitmontage worden aangebracht tussen de camberbuisklem
en de montage van de veiligheidsbuisklem (niet getoond).

7.0 banden en montage

banden en montage
Zorg er altijd voor dat de druk van de banden correct blijft want
dat is nodig om de rolstoel goed te laten presteren. Als er niet
genoeg druk op de banden staat, zal de rolweerstand toenemen
waardoor u een grotere inspanning moet leveren om de rolstoel
voort te bewegen; bovendien maakt een lage bandendruk de
rolstoel minder wendbaar. Als de bandendruk te groot is, kan de
band springen.
De juiste druk voor een bepaalde band staat vermeld op het
oppervlak van de band zelf.
De banden zijn op dezelfde manier op de velg aan te
brengen als gewone fietsbanden. Alvorens u een nieuwe
binnenband oplegt, moet u altijd controleren of er zich geen
vreemde voorwerpen bevinden op de basis van de velg en de
binnenzijde van de band. Controleer de druk nadat u een band
opgelegd of hersteld hebt. Het is voor uw veiligheid en voor
de goede werking van uw rolstoel van erg groot belang dat de
voorgeschreven luchtdruk altijd gehandhaafd blijft en dat de
banden in goede conditie zijn.
Fig. 6.35
Fig. 6.36
ARGON
31

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières