GERATHERM GT-3020 Manuel D'utilisation page 20

NL
een onnauwkeurige temperatuurmeting kan onjuiste meet-
waarden en een onjuiste diagnose opleveren.
• De temperatuur niet meten binnen 30 minuten na sportactivitei-
ten, baden, eten, drinken of roken.
• Controleer dat de meetpunt bij een orale temperatuurmeting op
een van beide warme plekken onder de tong, links of rechts van
de tongwortel ligt.
• Hou de mond tijdens de orale temperatuurmeting dicht en adem
gelijkmatig door de neus voor een thermisch evenwicht.
• Voor een thermisch evenwicht de oksel tijdens de axillaire tem-
peratuurmeting gesloten houden.
• Wacht tot de temperatuurmeting voltooid is voordat u de thermo-
meter wegneemt. De temperatuurmeting is afgesloten als er een
reeks piepgeluiden klinkt en het °C-symbool niet meer knippert.
geforceerd invoeren van de thermometer kan verwondingen
van het omliggende weefsel tot gevolg hebben, bijvoorbeeld
perforatie of doorboring.
• Het invoeren niet forceren en afbreken als u tegenstand voelt.
deze thermometer bevat kleine onderdelen. als kinderen
deze inslikken kan dit verstikking tot gevolg hebben.
• De thermometer buiten het bereik van kinderen bewaren.
• Alleen volwassenen mogen bij kinderen de temperatuur meten.
allergische reacties en/of huidirritaties kunnen niet volledig
worden uitgesloten.
• Als er zich allergische reacties of huidirritaties voordoen, moet
u stoppen met de meting en deze thermometer niet meer
gebruiken.
ziektekiemen, zoals bacteriën en virussen, kunnen bij gebruik
va de thermometer van meetplek tot meetplek en van patiënt
tot patiënt worden doorgegeven en infecties veroorzaken.
• Reinig en desinfecteer de thermometer voor het eerste gebruik
en voor ieder volgend gebruik.
• Als er zichtbare verontreinigingen of vloeistoffen zijn binnen-
gedrongen in de behuizing van de thermometer, kan deze niet
meer worden gereinigd en moet worden afgevoerd.
de thermometer kan beschadigd raken door onjuiste bewa-
ring en transport.
• De thermometer nooit blootstellen aan direct zonlicht, tempera-
turen hoger dan 60 °C, vochtigheid en verontreinigingen.
de thermometer kan beschadigd raken door onjuist gebruik.
• De thermometer mag niet worden blootgesteld aan temperaturen
hoger dan 60 °C.
• De thermometer niet blootstellen aan direct zonlicht.
• De thermometer niet blootstellen aan vocht en verontreinigingen.
• De punt van de thermometer niet ombuigen.
• Tijdens het gebruik niet op de thermometer bijten.
defecte thermometers leveren onjuiste meetresultaten op.
• De thermometer beschermen tegen slagen of stoten.
• De thermometer steeds in de beschermhoes bewaren.
• Voor ieder gebruik de thermometer controleren op werking, zicht-
bare beschadigingen en op verschijnselen van overmatig gebruik.
• Verifieer het resultaat van de zelftest bij het inschakelen.
• Voer om de twee jaar een meettechnische controle uit ter vast-
stelling van de meetnauwkeurigheid.
• Controleer de gemeten waarde via een controlemeting als u de
gemeten waarde niet vertrouwt of als de waarde sterk afwijkt van
wat u kunt verwachten.
• De thermometer niet gebruiken als deze beschadigd is of als de
meetnauwkeurigheid niet meer verzekerd is.
Batterijen kunnen uitlopen en de thermometer beschadigen.
• Neem de batterij uit de thermometer als deze langer niet in ge-
bruik is.
onoordeelkundige verwijdering kan tot milieuschade leiden.
• Voer de gebruikte batterijen af in overeenstemming met de plaat-
selijke voorschriften.
• Voer de thermometer af in overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften voor elektronisch afval.
geBruik
temPeratuurmeting
hoe meet ik de temperatuur?
1. neem de thermometer uit de beschermhoes.
2. Reinig en desinfecteer de thermometer voor het eerste gebruik
volgens de aanwijzingen voor voorbereiding voor gebruik in
hoofdstuk "Voorbereiding".
3. Druk op de 'Aan-/uitknop' om de thermometer in te schakelen.
4. Een volledige weergave "
functioneert.
5. Na een zelftest meldt het display "
gebruik. Zo niet, dan is er sprake van een storing en op het
display verschijnt de melding "
6. Vervolgens verschijnt de omgevingstemperatuur of "
waarbij de aanduiding °C knippert.
De thermometer is nu gereed voor gebruik. Als er binnen 3 minuten
geen meting wordt uitgevoerd, schakelt de thermometer auto-
matisch uit.
7. Plaats de meetpunt op de gewenste plek voor de meting,
deze kan rectaal, oraal of axillair zijn (zie hoofdstuk "Soorten
metingen").
Wij raden aan de lichaamstemperatuur te bepalen via een
rectale of orale meting.
8. Zodra er geen verdere toename van de temperatuur wordt
vastgesteld, blijft de melding °C op het display branden en een
reeks geluidssignalen meldt het einde van de meting. De meet-
waarde verschijnt op het display.
9. Als de meetwaarde groter of kleiner is dan het meetbereik,
verschijnt er op het display de melding "
" " (kleiner).
10. Schakel de thermometer uit als u hem niet gebruikt.
Na 9 minuten schakelt de thermometer automatisch uit.
11. Prepareer de thermometer volgens de informatie in hoofdstuk
"Voorbereiding" voor bewaring of voor het volgende gebruik.
aanWijzing
Als de thermometer werd bewaard buiten het bedrijfsomstan-
dig-heden temperatuurbereik van +5 °C tot 40 °C, of als de omge-
vingstemperatuur hoger is dan de te verwachten meetwaarde, moet
u de meetpunt 5 - 10 seconden in koud water dompelen voordat u
de meting start.
interpretatie/evaluatie van de meetwaarden
De hierna vermelde waarden beschrijven een gemiddeld normale
lichaamstemperatuur waarnaar u zich kunt richten.
• Bij rectale meting (in de anus):
34,4 – 37,8 °C
• Bij orale meting (in de mond):
36,0 – 37,6 °C
• Bij axillaire meting (oksel):
35,5 – 37,0 °C
20
" toont aan dat het display
" het normale
".
",
" (groter) of