Veiligheid op de werkplek
•
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
•
Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige weersoms-
tandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen, harde wind,
hevige koude enz.
•
Gebruik de machine alleen bij daglicht of tijdens andere goed
verlichte omstandigheden.
•
Verwijder hindernissen zoals stenen, takken enz.
•
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of
er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel moet
kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen, greppels
enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op hellend terrein
werkt.
•
Op hellend terrein moet u de paden loodrecht ten opzichte
van de helling laten lopen. Het is veel makkelijker om dwars
over een helling te lopen dan op en neer.
Gebruik en onderhoud
•
Controleer of alle handgrepen en hendels onbeschadigd en vrij
van olie zijn.
•
Controleer of de machine volledig bedrijfsklaar is. Controleer of
alle moeren en bouten goed vastgedraaid zijn.
•
Controleer de snijuitrusting. Gebruik nooit botte, gebarsten of
beschadigde uitrusting. Het gebruik van defecte snijuitrusting
kan het risico op ongevallen vergroten.
•
Laat de machine nooit zonder toezicht met draaiende motor
achter.
•
Bij verplaatsen moet de motor uitgezet worden.
•
Waarschuwing voor draaiende messen. Let op uw handen en
voeten.
Tijdens het gebruik en een tijdje daarna is de geluiddemper
•
erg warm. Raak de geluiddemper niet aan wanneer hij warm
is! Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect
is.
•
Wikkel het startkoord nooit rond uw hand.
•
Stop de motor niet met behulp van de chokehendel.
De rembeugel mag nooit permanent in de handgreep veran-
•
kerd zijn, wanneer de machine loopt.
•
Als er een voorwerp geraakt wordt of er trillingen ontstaan,
moet u de machine stoppen. Haal de bougiekabel van de
bougie. Controleer of de machine niet beschadigd is. Repa-
reer eventuele beschadigingen.
•
Ren niet met de machine wanneer deze werkt.
Let vooral ook op wanneer u de machine tijdens de werk-
•
zaamheden naar u toe trekt.
•
Zet de motor af en maak de ontstekingskabel los vóór repara-
tie of onderhoud (S400B)
•
Controle en/of onderhoud dient te worden uitgevoerd met uit-
geschakelde motor en de stekker uit het stopcontact. (S400E)
Voer nooit afstellingen uit terwijl de motor draait.
•
•
Gebruik altijd sterke handschoenen bij service en onderhoud
van de snijuitrusting. De messen zijn zeer scherp en snijwon-
den kunnen makkelijk ontstaan.
Brandstofveiligheid (S400B)
Laat de motor nooit binnenshuis lopen, in een gesloten of
•
slecht geventileerde ruimte. De uitlaatgassen van de motor
bevatten giftig koolmonoxyde. Zorg steeds voor een goede
ventilatie bij het vullen en hanteren van brandstof. Langdu-
rige inademing van de uitlaatgassen van de motor kan een
gezondheidsrisico vormen.
•
De uitlaatgassen van de motor zijn heet en kunnen vonken
bevatten die brand kunnen veroorzaken. Start de machine
daarom nooit binnenshuis of in de buurt van licht ontvlambaar
materiaal! Rook niet of plaats geen warme voorwerpen in de
buurt van de brandstof.
•
Bewaar de brandstof alleen in jerrycans die voor dit doel zijn
goedgekeurd.
All manuals and user guides at all-guides.com
•
Tanken
•
•
•
•
•
•
•
Motorolie
•
•
•
Oliepeil
•
•
Transport en opbergen
•
•
•
•
Elektrische veiligheid (S400E)
•
•
•
•
Start de machine nooit:
Indien u brandstof of motorolie op de machine hebt gemorst.
Droog alles af en laat de benzineresten verdampen.
Indien u brandstof of motorolie op uzelf of uw kleding hebt
gemorst. Vervang uw kleding.
Als de machine brandstof lekt. Controleer de tankdop en de
brandstofl eidingen regelmatig op lekkage.
Gebruik loodvrije kwaliteitsbenzine van ten minste 85 octaan.
Loodhoudende benzine kan worden gebruikt wanneer lood-
vrije benzine niet verkrijgbaar is. Benzine is een product dat
aan bederf onderhevig is. Koop daarom niet meer benzine dan
u in 30 dagen verbruikt.
Tank nooit terwijl de motor draait. Verwijder altijd de ontste-
kingskabel van de bougie voordat u tankt.
Laat de motor afkoelen voordat u brandstof bijvult.
Maak schoon rond het tankdeksel. Open de dop van de tank
voorzichtig wanneer u wilt tanken zodat eventuele overdruk
langzaam verdwijnt.
Vul niet te veel benzine bij. Laat ongeveer 35 mm onder het
tankdeksel over zodat de brandstof kan uitzetten.
Draai de dop van de tank goed vast na het tanken.
Verwijder de machine steeds van de tankplaats, voor u de
motorzaag start.
De motor wordt geleverd zonder olie. Vul de tank tot het
correcte niveau met motorolie. Zie Technische gegevens voor
informatie over het aanbevolen type olie.
Gebruik HUSQVARNA motorolie voor het beste resultaat en
werking. Indien geen HUSQVARNA motorolie verkrijgbaar
is, kan andere motorolie van hoge kwaliteit worden gebruikt.
Neem contact op met uw dealer voor de keuze van olie. Over
het algemeen wordt SAE 30 aanbevolen.
Controleer het oliepeil voordat u de machine start. Een te laag
oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken.
Wanneer u het oliepeil controleert, moet de machine op een
vlakke ondergrond staan. Zorg ervoor dat de bougiekabel van
de bougie is gehaald voordat u het olievuldeksel opent.
Controleer het oliepeil en vul bij indien nodig. Gebruik alleen
aanbevolen motorolie. Zie hoofdstuk Technische gegevens.
Als u de machine gedurende een langere tijd niet gebruikt,
moet u de brandstoftank leeg maken en hem schoonmaken.
Bewaar en vervoer de machine en brandstof zo, dat eventuele
lekkage en dampen niet in contact kunnen komen met vonken
of open vuur, bijvoorbeeld van elektrische machines, elektris-
che motoren, stopcontacten/schakelaars, verwarmingsketels
e.d.
Bij opslag en vervoer van brandstof moeten altijd speciaal voor
dat doel bestemde en goedgekeurde tanks worden gebruikt.
Stal de machine altijd op een droge plaats wanneer ze niet
wordt gebruikt.
Bij elektrische machines bestaat altijd het risico dat u een
schok krijgt. Voorkom ongunstige weersomstandigheden en
lichamelijk contact met een bliksemafl eider of metalen voor-
werpen. Volg altijd de instructies in deze gebruiksaanwijzing
om letsel te voorkomen.
Sleep de machine nooit voort bij het snoer of haal de stekker
nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken.
Houd alle kabels uit de buurt van water, olie en scherpe
randen. Let op dat de kabel niet bekneld raakt tussen deuren,
hekken e.d. Dit kan ertoe leiden dat het voorwerp onder
stroom komt te staan.
Controleer of de kabel intact en in goede staat is. Gebruik een
kabel bestemd voor buitengebruik.
27