6. Inbouw en montage
6.1. Behorend bij de levering
Controleer de appendage vóór de inbouw op volledigheid en
op mogelijke (transport)schade.
6.2. Montage
De afsluiter moet in de pijlrichting worden doorstroomd.
Daarbij is de inbouw in willekeurige inbouwpositie mogelijk
(elektrische stelaandrijvingen mogen tot de aandrijvingen
1012915, 1012925, 1012916 en 1012926 niet 'verticaal naar
beneden' gemonteerd worden).
Spanningen van de leiding op de afsluiter moeten voorkomen
worden.
LET OP:
Tijdens de montage mogen geen vetten of olie
worden gebruikt. Deze kunnen afsluiterafdichtingen
beschadigen. Vuildeeltjes zoals vet en olieresten moeten,
indien nodig, uit de toevoerleidingen worden gespoeld.
Houdt rekening met voorschriften met betrekking tot het
medium.
Ten behoeve van onderhoudswerkzaamheden wordt het
aanbrengen van afsluitappendages vóór en achter de
afsluiter en/of installatiesectie aanbevolen. Bij verontrei-
nigd bedrijfsmedium is de inbouw van een vuilfilter in de
aanvoerleiding noodzakelijk. (zie VDI 2035)
Na de montage moeten alle montagepunten op lekkage
worden gecontroleerd.
Passende 'Ofix' knelringkoppelingen, doorvoeraansluit-
sets of inlegstukken (voor toepassing van vlakdichtende
sokken) uit het Oventrop-assortiment gebruiken.
6.3. Inbouwvoorbeelden
Afsluiting
Dauwpuntbeveiligingsschakelaar
Afsluiting
"Cocon QTZ"
Filter
met stelaan-
drijving
Afb. 6.1 2-geleiderssysteem
Afsluiting
Filter
Regelaf-
sluiter
Afsluiting
"Cocon QTZ"
met stelaan-
drijving
Afb. 6.2 4-geleiderssysteem
16
Ruimte-
thermostaat
Dauwpuntbeveiligingsschakelaar
Ruimte-
thermostaat
7. Bedrijf
7.1. Instelling van het debiet
De maximale volumestroom kan door de beveiligde
voorinstelling op de handregelknop worden geselecteerd.
1. Verwijder blokkering
2. Druk de handregelknop in en voer de voorinstelling uit
3. Laat de handregelknop terug in de vertanding
klikken en plaats de blokkering
Afb. 7 Debietinstelling
7.2. Regeling met behulp van stelaandrijvingen
Voor
de
regeling
van
verwarming- en koelsysteem moeten stelaandrijvingen op
de 'Cocon QTZ' inregelafsluiters worden gemonteerd, die
vervolgens het debiet in relatie tot de regelgrootheid
(bijvoorbeeld binnentemperatuur) variëren.
7.3. Afsluiten
Bijgeleverde bouwbeschermkap op M30 x 1,5 schroefdraa-
daansluiting draaien en vasttrekken.
Vergrendeling van de afsluiter met de bouwbeschermkap is
voor een korte periode tot een maximaal drukverschil van
2 bar mogelijk.
Voor duurzame afsluitingen OV-handinregelknop art.nr.
1012565 of OV-combikap DB 1627965 toepassen.
7.4. Correctiefactoren voor water-glycol-mengsels
Bij de debietinstelling moeten de correctiefactoren van de
antivriesfabrikanten in acht worden genomen.
8. Onderhoud en reiniging
Bij
functiestoringen
zijn
noodzakelijk.
8.1. De stopbus is onder installatiedruk verwisselbaar
- Schroef de stelaandrijving eraf.
- Draai de stopbus eruit (SW 14).
- Schroef de nieuwe stopbus erin en met ca. 5 Nm
aanhalen.
9. Algemene verkoop- en leveringsvoor-
waarden
Van toepassing zijn de op het moment van levering geldende
Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden van Oventrop.
het
deellastgedrag
van
onderhoudswerkzaamheden
het