1.3 AANTREKKEN
1. Rek de riemen van het hoofdbandenstel op het volgelaatsmasker zoveel mogelijk
uit.
2. Stel het neusblok af op een positie die ervoor zorgt dat de oren gemakkelijk
worden vrijgemaakt en dat ongehinderd door de neus kan worden geademd.
Controleer: of het goed is vastgemaakt. [Fig 7]
Opmerking:
Om het neusblok dichter bij de neus te laten komen, kan de knop op de dekplaat
worden verwijderd. [Fig 8] Schuur de knop eraf en zorg ervoor dat er geen
scherpe randen of ruwe oppervlakken zijn die het rubber op het gezichtsmasker
kan beschadigen.
3. Zet het volgelaatsmasker op door de onderste twee bandjes van het
hoofdbandenstel vast te pakken en het hoofdbandenstel over het hoofd te trekken.
[Fig. 9]
4. Duw de kin goed in het kingedeelte van het masker. Trek de achterkant van het
hoofdbandenstel zo ver mogelijk omlaag.
Controleer: of de bandjes niet gedraaid zijn.
5. Zet de bandjes van het hoofdbandenstel niet te strak vast door ze recht naar
achteren te trekken, niet naar buiten, beginnend met de onderste twee bandjes
[Fig. 10] en daarna de bovenste twee bandjes en ten slotte het bovenste bandje
in het midden. Stel indien nodig bij.
WAARSCHUWING! SOMMIGE NEOPREEN KAPPEN WORDEN INGEDRUKT MET EEN TOENEMENDE
DUIKDIEPTE. IN DEZE GEVALLEN IS BIJSTELLEN VAN DE BANDJES VAN HET HOOFDBANDENSTEL NODIG. ALS
U DIT NIET DOET, KAN DIT RESULTEREN IN HOGE CO2-NIVEAUS DIE DE ADEMHALINGSSNELHEID VERHOGEN,
PANIEK VEROORZAKEN EN ZELFS KUNNEN LEIDEN TOT EEN DODELIJK ONGEVAL.
VOORZICHTIG! DE BANDJES HOEVEN ALLEEN HET MASKER ALLEEN MAAR OP DE PLAATS TE HOUDEN, ZE
HOEVEN NIET AAN HET MASKER TE TREKKEN, TE HARD TREKKEN KAN IN PLAATS DAARVAN LEIDEN TOT EEN
LEKKAGE. ZET HET BANDJE VAN HET VOORHOOFD NET STRAK GENOEG OM DE SPELING TE ELIMINEREN.
ALS HET VOORHOOFDSBANDJE TE STRAK ZIT, DRUKT HET MASKER TEGEN DE KIN VAN DE DUIKER EN
KAN DE DUIKER KAAKVERMOEIDHEID EN HOOFDPIJN KRIJGEN. ALS ER EEN LEKKAGE ZIT TUSSEN HET
VOLGELAATSMASKER EN DE KAP, ZORG ER DAN VOOR DAT DE AFDICHTING VAN DE VOORKANT VAN DE KAP
EEN GESCHIKT GLAD OPPERVLAK HEEFT TE PASSEN OP EEN VOLGELAATSMASKER.
6. Controleer: of u kunt gelijkstellen (maak uw oren vrij) door de ademhalingsklep
omhoog te drukken zodat uw neus het neusblok bereikt. [Fig. 11]
7. Voor veiligheidsdrukversies:
Adem diep in of druk licht op de ontluchtknop om de veiligheidsdruk in te
schakelen.
Controleer: of er geen lekkage te horen is bij het inhouden van uw adem.
Controleer: of u een sterke luchtstroom hoort wanneer twee vingers tussen
afdichtingsrand en gezicht worden geplaatst. [Fig. 12]
8. Controleer: de manometer om te zien of er voldoende cilinderdruk is voor de
duik.
44