3.
Plaats de onderdelen van de
spuitkopbescherming (2) in de volgorde
die op de afbeelding is aangegeven.
–
Plaats de rubberen pakking (5) en de
metalen afdichting (4) in de
spuitkopbescherming (2) met behulp
van het spuitkopinzetstuk (1).
–
Het spuitkopinzetstuk (1) moet zo ver
mogelijk in de spuitkopbescherming
worden gevoerd (2). Draai het
spuitkopinzetstuk (1) en druk het
tegelijkertijd omlaag.
–
Draai de pijlvormige hendel op het
spuitkopinzetstuk (1) vooruit naar de
spuitstand.
4.
Bevestig het spuitkopinzetstuk (1) met
de spuitkopbescherming (2) op het
spuitpistool en draai de borgmoer (3)
vast.
AFB. 6
DRUKONTLASTING
1.
Zet de trekkervergrendeling vast en zet de
schakelaar (1) in de uit-stand.
2.
Draai de drukregelknop (8) naar de
laagste stand.
3.
Plaats het uiteinde van de afvoerslang
(11) in een geschikt opvangvat en draai de
hendel van het overdrukventiel (6) in de
verticale stand om de druk af te laten.
4.
Druk het spuitpistool stevig tegen een
geaarde metalen bak en richt het in de
bak. Zet de trekkervergrendeling vrij en
druk de trekker in om de druk van het
product te halen.
5.
Bedien de trekkervergrendeling.
LET OP!
•
Het systeem wordt niet drukloos
wanneer de pompmotor is
uitgeschakeld.
•
Laat de hendel van het overdrukventiel
(6) in de verticale stand staan totdat
met spuiten wordt begonnen.
GEBRUIK
UITSPOELEN VAN
CONSERVERINGSVLOEISTOF
LET OP!
Het product moet voor elk gebruik worden
uitgespoeld/getest. Het product wordt
in de fabriek getest met een vloeistof die
vóór het eerste gebruik uit het systeem
moet worden gespoeld. Daarna moet het
verduurzamingssmeermiddel vóór elk
gebruik uit het systeem worden gespoeld.
1.
Controleer of de schakelaar (1) in de uit-
stand staat.
2.
Plaats het uiteinde van de afvoerslang
(11) in een geschikte opvangbak en plaats
het uiteinde van de afzuigslang (10) in
een geaarde metalen bak, gedeeltelijk
gevuld met reinigingsvloeistof, om
de fabrieksvloeistof uit het product
te spoelen. Spoel verf op waterbasis
uit met water en verf op oliebasis en
conserverende smeermiddelen met
terpentine of iets dergelijks.
3.
De pal van het overdrukventiel (6) moet in
de verticale stand staan.
4.
De stekker (9) mag alleen worden
aangesloten op een correct geaard
stopcontact.
5.
Druk enkele malen op het handbediende
ventiel (4) om de kogel van het
inlaatventiel te lossen.
6.
Draai de drukregelknop (8) naar de
laagste stand.
7.
Zet de schakelaar (1) in de startstand.
De productpomp wordt gestart en de
vloeistof stroomt naar binnen door de
NL
99