Télécharger Imprimer la page

Meec tools 011485 Mode D'emploi page 101

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 82
12. Breng de afvoerslang (11) naar de
vloeistofbeker en bevestig deze aan de
zuigslang (10).
13. Laat de aanzuigslang en de afvoerslang
zakken tot onder het oppervlak van de
vloeistofbeker.
14. Draai het spuitkopinzetstuk in de
spuitstand en controleer of de
spuitkopbescherming stevig op zijn plaats
zit. Het product is nu klaar voor gebruik.
LET OP!
Voeg spuitvloeistof toe aan de beker wanneer
het niveau daalt. Als het niveau te laag
wordt, kan het product beschadigd raken.
SPUITEN
Spuitpatroon uitproberen
Oefen de spuittechniek op een stuk karton of
een klein oppervlak voordat u het werkgebied
bespuit.
1.
Draai de drukregelknop (8) naar de
laagste stand.
2.
Ontgrendel de trekker, richt het
spuitpistool op het proefstuk of het stuk
karton en druk de trekker in.
3.
Draai de drukregelknop (8) langzaam
met de klok mee om de druk geleidelijk
te verhogen totdat het spuitpatroon
gelijkmatig wordt en aan de
kwaliteitseisen voldoet.
Instructies voor het spuiten
Houd het spuitpistool 30 cm van het
oppervlak en richt het recht op het
oppervlak. Beweeg uw pols zo dat het
spuitpistool tijdens het werken recht op
het oppervlak gericht is.
AFB. 7
Als het spuitpistool onder een hoek ten
opzichte van het oppervlak wordt
gehouden of in een boog wordt bewogen,
zal de verflaag ongelijkmatig zijn.
AFB. 8
Beweeg het spuitpistool met een
gelijkmatige snelheid. Om plaatselijk
dikkere lagen te voorkomen, begint u het
spuitpistool te bewegen voordat de
trekker wordt ingedrukt en laat u de
trekker los voordat de beweging stopt. Het
spuitpistool moet in beweging zijn
wanneer de trekker wordt ingedrukt of
losgelaten.
Richt het midden van de straal van het
spuitpistool op de onderrand van de
vorige spuitstreek, zodat elke streek de
vorige met 50% overlapt.
1.
Begin het spuitpistool te bewegen
2.
Druk de trekker in.
3.
Blijf het spuitpistool bewegen
4.
Laat de trekker los.
5.
Beëindig de beweging van het spuitpistool
6.
Richt het spuitpistool hier om de vorige
spuitstreek met 50 % te overlappen.
7.
Laat de trekker los voordat u de spuitstreek
beëindigt.
8.
Druk op de trekker nadat de streek is
begonnen
AFB. 9
Spuitpatroon en kwaliteit
Wanneer het spuitpatroon correct is, wordt
het product gelijkmatig over het oppervlak
verdeeld.
Het product moet fijn verdeeld en
gelijkmatig aangebracht zijn, zonder
tussenruimten aan de randen.
Stel de drukregelknop (8) in totdat het
spuitpatroon gelijkmatig is, zonder
tussenruimten of dikkere gedeelten aan
de randen.
NL
101

Publicité

loading