NL
•
Als het spuitpatroon niet kan worden
gecorrigeerd, controleer dan of het
spuitinzetstuk versleten is of probeer een
kleiner spuitinzetstuk (zie de tabel voor de
selectie van het spuitinzetstuk verderop in
de handleiding).
•
Het product moet mogelijk worden
verdund (verdunnen). Volg de instructies
van de verffabrikant voor het verdunnen.
SPUITKOPINZETSTUK REINIGEN
Als het spuitinzetstuk tijdens het spuiten
verstopt raakt, draait u het spuitinzetstuk
om om de deeltjes snel en gemakkelijk te
verwijderen zonder het product te demonteren.
1.
Zet de trekkervergrendelig vast en draai
het spuitinzetstuk in de reinigingsstand.
Controleer of het spuitkopinzetstuk zo ver
mogelijk in de spuitkopbescherming is
gevoerd.
2.
Zet de vergrendeling van de trekker
vrij, richt het spuitpistool omlaag in het
opvangreservoir en houd de trekker
gedurende 2 seconden ingedrukt.
3.
Zet de trekker vast, draai de het
spuitinzetstuk terug naar de spuitstand,
zet de trekker vrij en ga door met spuiten.
ONTSTOPPING
Volg de onderstaande instructies als er geen
product uit het spuitpistool komt, of als het niet
zeker is dat de druk volledig is afgelaten nadat
de drukontlastingsprocedure is uitgevoerd.
1.
Maak de aansluiting van de
hogedrukslang heel langzaam los van het
spuitpistool.
2.
Zet de pal van het overdrukventiel (6) in
de horizontale stand.
3.
Houd de slang stevig vast en richt het
uiteinde van de slang in de productbeker.
Zet de schakelaar (1) in de startstand.
102
4.
Als er geen product uit de slang stroomt,
sluit u de slang weer aan en gaat u verder
met stap 6.
5.
Als er product uit de slang stroomt, volg
dan de instructies voor het reinigen van
het spuitpistool en het filter.
6.
Sluit de slang aan op het spuitpistool en
volg de instructies voor de voorbereiding
van het spuiten.
ONDERHOUD
Volg de onderhoudsinstructies voor de beste
werking en levensduur.
•
Controleer en reinig het inlaatfilter en het
spuitpistoolfilter vóór gebruik.
•
Vervang de filters als ze beschadigd zijn of
niet kunnen worden gereinigd.
•
Controleer het product op lekken, vooral
bij de aansluitingen. Vervang alle
beschadigde onderdelen.
•
Controleer de hogedrukslang voor elk
gebruik op beschadigingen. Beschadigde
hogedrukslangen en aansluitingen
moeten absoluut worden vervangen
– probeer nooit om ze te repareren.
•
Reinig de spuitinzetstukken na gebruik
met een borstel en een geschikte
reinigingsvloeistof.
•
Het spuitinzetstuk moet wellicht worden
vervangen wanneer 57 tot 277 liter
product is verspoten, afhankelijk van hoe
schurend het product is.
REINIGING
1.
Voer de stappen 1 tot en met 3 van de
instructies voor drukontlasting uit.
2.
Draai het spuitinzetstuk in de
reinigingsstand. Houd het spuitpistool
stevig tegen een geaarde productbeker