15 m afstand met afstandhouders
Wilde dieren
7 draden, 10 m afstand met afstandhouders
Eindpalen
Hoeksteun
Geschikt voor weidepoorten en hoge trekspanningen.
Sla de paal met voet stevig in de grond en graaf vervolgens de
hoeksteun vlak onder het oppervlak in, en wel op een afstand die voor
goede stevigheid zorgt. De paal kan met een spade in de juiste positie
worden gewrikt.
Zuiver stroomvoerend systeem
Afrasterings-retoursysteem
Horizontale steun
Geschikt voor weidepoorten en hoge trekspanningen.
Gemakkelijk te plaatsen en uitstekend geschikt voor hoge
trekspanningen, vooral in gebieden met zeer natte bodem of strenge
vorst.
Een aardingssysteem installeren en testen
Kies een geschikte plaats voor het aardingssysteem. Deze plek moet:
minstens 10 m van andere aardingssystemen (zoals bijv. telefoon-
•
en stroomleidingen of aardingssystemen van een ander
elektroapparaat) verwijderd zijn.
ver van dieren en andere verkeersbewegingen liggen, die van
•
invloed zouden kunnen zijn op de installatie.
voor onderhoudsdoeleinden makkelijk te controleren zijn.
•
in het ideale geval over vochtige grond beschikken (bijv. op een
•
schaduwrijke of moerassige plek). De aarding behoeft niet direct
naast het elektro-afrasteringsapparaat te zijn aangebracht.
Steek vier 2 m lange aardpennen in de grond. Gebruik een geïsoleerde
hoogspanningskabel en aardingsklemmen om de aardpennen met de
aardingsaansluiting van het elektro-afrasteringsapparaat in serie te
schakelen. Zorg ervoor dat de isolatieslang ver genoeg wordt
afgetrokken om een goed contact tussen de draad en de aardpen te
garanderen.
Controleer het aardingssysteem als volgt:
1
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat uit.
2
Veroorzaak op een afstand van minstens 100 m van het elektro-
afrasteringsapparaat een kortsluiting op de afrastering door er
enkele ijzeren staven of buizen tegenaan te zetten. Bij droge of
zanderig bodem kan het nodig zijn de pennen tot 300 mm in de
aarde te slaan.
N.B.:
de kortsluiting mag nooit tussen een afrasterings-
retoursysteem en de aardingsdraad van de afrastering worden
opgewekt.
3
Schakel het elektro-afrasteringsapparaat weer in.
4
Gebruik een elektrische afrasteringsvoltmeter om u ervan te
overtuigen dat de afrasteringsspanning lager is dan 2 kV.
Controleer uw aardingssysteem.
5
voltmeter zo diep in de grond dat de gehele kabellengte is
opgebruikt, en clip de andere kabel op de laatste aardpen. De
voltmeter mag niet meer dan 0,8 kV aangeven. Als de spanning
hoger is, moet de aarding worden verbeterd. Breng in dat geval
meer aardpennen aan of zoek een betere bodem voor de
aardpennen.
N.B.:
elektro-afrasteringsapparaten die in een melkschuur zijn
aangebracht, moeten op minstens 20 m afstand van de melkschuur met
een dubbel geïsoleerde uitvoerdraad worden geaard om contact met
het gebouw of de apparatuur te voorkomen.
Tijdelijke elektro-afrasteringen
Een tijdelijke afrastering kan snel worden aangebracht en is
gemakkelijk te verwijderen. Daardoor kan de veehouder:
de weiden kleiner maken
•
dierenkuddes gescheiden houden
•
het voeder rantsoeneren
•
N.B.:
gebruik meer draden voor kleinere dieren en wilde dieren. Als
grotere zichtbaarheid is vereist (bijv. bij paarden), dient u een brede
kunststof band te gebruiken.
Steek de aardemeetsone van de
63