2. Voetmanchet 1 wordt opgeblazen tot aan
de gewenste druk, met een opblaastijd van
3 seconden en een leeglooptijd van 27 seconden.
Het voetmanchetpictogram is zwart als de
manchet opgeblazen is.
3. De voetmanchet is leeggelopen tot nul.
Beide mancheticonen zijn omtrekken.
4. Voetmanchet 2 wordt vervolgens opgeblazen tot
aan de gewenste druk, met een opblaastijd van
3 seconden en een leeglooptijd van 27 seconden.
Het voetmanchetpictogram is zwart als de
manchet opgeblazen is.
5. De voetmanchet is leeggelopen tot nul.
Beide mancheticonen zijn omtrekken.
6. Deze cyclus van om beurten opblazen van
manchetten wordt herhaald vanaf stap 2 (boven)
tot de therapie wordt gestopt.
17